M&M | Les 13:De Romeinse Samenleving en handel in het Romeinse rijk

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse samenleving



  • 'Agrarisch-stedelijke samenleving'

Slide 2 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk is een agrarisch-stedelijke samenleving: 
de meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad 
Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.  
De verschillen tussen de Romeinen zijn groot: slechts een klein aantal 
leeft in grote luxe, terwijl de meesten het zwaar hebben.
Slaven

  • Bijna de helft van de bevolking was slaaf

Slide 3 - Tekstslide


Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 

Er waren veel slaven in Rome: 
van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Proletariërs
  • Arme mensen met alleen kinderen 
  • Mogen wel stemmen

Slide 4 - Tekstslide

niet tegen concurrerende boeren.

Plebs
  • De middenklasse
  • Kooplieden
  • Soldaten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootgrondbezitters


  • Wonen in grote villa's 
  • Hebben slaven op het land 

Slide 6 - Tekstslide

Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters. 
Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers 
veel te warm, te vol en te vies is. 
Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad. 
Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.
Badhuizen

  • Voor ontspanning
  • Om te vergaderen

Slide 7 - Tekstslide

Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. Niet alleen omdat ze het prettig vonden, maar ook om te vergaderen.
In sommige badhuizen zaten complete bibliotheken.
Vrouwen in Rome
  • Hadden meer rechten dan de Grieken
  • Mochten niet stemmen of eigendom bezitten.
  • Stonden er op het platteland alleen voor.

Slide 8 - Tekstslide

Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene. 
Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
Het Romeinse huwelijk
  • Meisjes mochten trouwen vanaf hun 12de.
  • Meisjes moesten kinderen hebben gekregen als ze 20 waren.

Slide 9 - Tekstslide

Veel huwelijken zijn privé-afspraken tussen families. Er waren best wat regels als het gaat om trouwen. Zo mag een meisje vanaf haar 12e trouwen, en moest ze voor haar 20e levensjaar een kind hebben gekregen.
Huwelijken tussen verschillende groepen (zoals bijvoorbeeld met slaven) 
was niet toegestaan.
Brood & Spelen

Slide 10 - Tekstslide

volk rustig krijgen,
slaven 
amusement
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
- Stel je voor in dat jij in Rome geboren was in de Romeinse tijd.
- Hoe zou jou leven eruit hebben gezien? 
- Schrijf een dag uit het dagboek van 'jij in de Romeinse tijd.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handel

  • Dankzij de wegen die de Romeinen hebben aangelegd was er veel handel tussen de delen van het rijk onderling en gebieden daar buiten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De economie in het Romeinse rijk
  • De romeinen maakten munten van brons, koper, zilver en goud. 

  • Deze munten werden in het hele rijk gebruikt. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Import: het kopen van goederen uit het buitenland
  • Export: het verkopen van goederen naar het buitenland 


  • Producent: maker 
  • Consument: gebruiker


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk les 13: Handel in het Romeinse rijk
- Lees eerst het artikel via deze link.  
- Jij hebt een eigen winkel in het oude Romeinse rijk waarin je 5 producten gaat verkopen. 
- Kies 5 producten uit die je wilt gaan verkopen (denk aan de tijd waarin je leeft).  
- Bepaal zelf voor elke product de waarde in Romeinse munteenheid (Aureus, Denarius, Quinarius, Sestertie, As) en schrijf dit op in je schrift. 
- Ter referentie: een koe kostte ongeveer: 300 Sestertie

- Vergelijk jouw prijslijst met de prijslijst van je buddy. 
- Schrijf in je schrift op wat je is opgevallen tijdens de vergelijking. 
- Wie heeft de dure winkel en wie de goedkope winkel? Leg uit waarom. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies