Wat een weer!

Wat een weer!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

In de winter draag je geen zwembroek, in de zomer raak je je sjaal niet aan en in de herfst ga je niet zonder regenjas de deur uit. Ieder seizoen kent zijn eigen weer. En dus ook zijn eigen weerbericht!

Onderdelen in deze les

Wat een weer!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Dit weet ik al!
Denkgesprek
  • Stel je voor dat het vanaf vandaag alleen nog maar regent. Wat nu? 
  • Stel je voor dat het vanaf vandaag nooit meer regent. Wat nu?
Praat erover in je groepje en schrijf de uitkomsten van jullie gesprek kort op.
timer
5:00
De spelregels
Bij een denkgesprek praat je samen met je klasgenoten over een vraagstuk. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat erom dat iedereen kan vertellen wat hij of zij denkt. Je hoeft elkaar dus niet te overtuigen van elkaars ideeën. Denk eerst zelf over de vraag na, praat er daarna over in je groepje. Komt iedereen aan het woord en kan iedereen zijn of haar ideeën bespreken? Dan zijn jullie goed bezig!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur
Wat zou jij willen weten over het het weer? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
Na deze les:
  • weet ik welke informatie er in een weerbericht wordt gegeven. 
  • weet ik hoe ik de informatie van het weerbericht in kaarten/grafieken/tabellen kan aflezen en welke apps hierbij kunnen helpen.
  • weet ik hoe we neerslag, wind en temperatuur meten.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Na deze les kan ik het weerbericht van vandaag presenteren. 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel

Arceer in ieder geval:
  • de wind
  • de temperatuur
  • de neerslag
  • de motregen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
het weerbericht
de dauw
Laagje van kleine druppeltjes op het gras of op dingen.
Als het buiten koud is, ligt er 's morgens dauw op het gras.
wegwaaien - waaide weg - weggewaaid
Als iets door de wind meegenomen wordt.
De plastic zak die in de tuin lag, waait weg door de wind.
het weerbericht
In het weerbericht wordt verteld wat voor weer het wordt.
Op het weerbericht zeiden ze dat het morgen gaat regenen.
het wolkendek
Als er wolken over de hele lucht zijn.
De zon is vanaf de grond bijna niet te zien door het wolkendek.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
.

Woordenschat
Het projectschrift
Welke woorden kende jij nog niet? Schrijf ze met de betekenis in je projectschrift.
de motregen
Regen met hele kleine druppels.
Toen ik door de motregen fietste, werd ik best nat!
miezeren - miezerde - gemiezerd
Zachtjes regenen.
Ik vind het leuk om buiten te spelen als het miezert. De regendruppels zorgen voor een verfrissend gevoel.
pijpenstelen regenen
Heel hard regenen.
Ik ga niet naar buiten, het regent pijpenstelen!
De regenval
Water dat uit de lucht komt vallen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
het weer
het klimaat
De temperatuur, bewolking, windsnelheid en vochtigheid op een bepaalde plaats. Op dit moment.
De gemiddelde situatie van het weer op een bepaalde plaats gedurende een langere periode (30 jaar). 

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er nog andere woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Wat hoort bij welk seizoen?
Slepen maar.
Heb jij het goed begrepen?
lente
herfst
zomer
winter
een tropische dag
een regenjas
Zonder jas, maar neem hem wel mee!
het is onder nul graden

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat een weer!
Het weerbericht geeft je informatie over de temperatuur, de wind en de neerslag. Laten we het weerbericht van afgelopen week bekijken!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de temperatuur
In het weerbericht wordt meestal een minimum- en maximumtemperatuur gegeven. Dat is de laagste en hoogste temperatuur die in een etmaal (24 uur) voorkomt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de temperatuur
  • Van wanneer is dit weerbericht?
  • Waar is de temperatuur het hoogst?
  • Hoe komt het dat daar de temperatuur het hoogst is, denk je?
  • Is het altijd zo dat het op die plek in Nederland warmer is?
  • Waar zou jij het liefst wonen
    op basis van het weerbericht?
    Waarom?
  • Wat is de bron? Vind je
    deze bron betrouwbaar?
denken - delen - uitwisselen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Bij welk seizoen
past dit weerbericht?
'De KNMI is een wetenschappelijk instituut van de Nederlandse overheid, gespecialiseerd in weerkunde, klimaatwetenschap en seismologie. Het verzorgt onder andere dagelijkse weersverwachtingen en waarschuwingen bij voor de mens gevaarlijke weersomstandigheden.'
Waar is KNMI een afkorting van?
A
Het Koninklijke Meet- en Informatiecentrum
B
Kijken Naar de de lucht Met Interesse
C
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
D
de Koninklijke Neus voor Meten en Interactie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de wind
de windkracht
de windkracht
Dit getal geeft aan hoe hard het waait. We meten de windkracht op de schaal van Beaufort (Bft.) Hij loopt van 1 tot 12. 
de windrichting
de windrichting
Deze letter(s) geven de richting aan van waaruit de wind waait. Hierbij staat N voor Noord, O voor Oost, Z voor Zuid en W voor West. Ook combinaties zijn mogelijk, waarbij NW staat voor Noordwest.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Het pijltje geeft de windrichting aan.
Welke windrichting is er?
A
Noordoost
B
Noordwest
C
Zuidoost
D
Zuidwest

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de neerslag
neerslaghoeveelheid
Neerslaghoeveelheid
Dit getal geeft aan hoeveel neerslag er naar verwachting op een dag gemiddeld in Nederland zal vallen. De hoeveelheid neerslag wordt uitgedrukt in millimeters (mm). Op de ene plek kan dus meer neerslag vallen dan op een andere plek. Hoe hoger het getal, hoe meer neerslag er valt.
neerslagkans
Neerslagkans
Dit getal geeft de kans als percentage (%) aan dat iemand die zich op een willekeurige vaste plek in Nederland bevindt, op een dag neerslag krijgt. Die neerslag is meestal regen, maar kan ook sneeuw of hagel zijn. Het getal zegt dus niets over de duur van de regen: dat kan 10 minuten zijn of 24 uur. Hoe hoger het percentage, hoe groter dus de kans dat je een nat pak krijgt!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de neerslag
  • De hoeveelheid neerslag wordt gemeten met een regenmeter. Dit is een trechtervormig instrument die de neerslag in een verzamelbak opvangt. De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Bekijk de regenmeter hiernaast.
Hoeveel mm regen is er gevallen?
A
ongeveer 20 mm
B
ongeveer 25 mm
C
ongeveer 30 mm
D
ongeveer 35 mm

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gelukkig hebben we in deze tijd ook computers en apps!
Bekijk het weerbericht op Buienradar en op Weeronline

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Presenteer het weerbericht van vandaag! Ik vertel je hoe je dit stap voor stap kunt aanpakken. Bekijk eerst op de volgende slide een voorbeeld van een weerbericht.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Conclusies
Je hebt al een paar weerberichten gelezen en je hebt het weerbericht in het filmpje gezien. Waaraan moet een goed weerbericht voldoen? Overleg het in je groepje en schrijf jullie conclusies kort op. Bespreek daarna de informatie klassikaal.
denken - delen - uitwisselen
timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-check-dubbelchecklist
Bekijk de checklist hiernaast. Komen de punten overeen met jullie conclusies?
Checklist

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van schrijfkader naar weerbericht
  • Vul in tweetallen het schrijfkader in. 
  • Gebruik de informatie uit je schrijfkader voor het schrijven van je letterlijke tekst 
timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback & verbeteren
timer
10:00

Vraag of een ander tweetal de checklist voor jullie in wil vullen. Kunnen jullie op basis van de checklist jullie tekst verbeteren?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van tekst naar weerbericht
  • Zorg voor beeldmateriaal met informatie over het weer. Ga op internet op zoek naar een kaart/grafiek/tabel met het weer van vandaag, maak zelf een kaart/grafiek/tabel, of misschien heb je zelf wel onderzoek naar de neerslag gedaan met behulp van een regenmeter? 
  • Oefen vervolgens met het presenteren van het weerbericht van vandaag! 
timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presenteren
Weermannen en weervrouwen opgelet!
Ik wil graag weten welk weer het wordt. Kunnen jullie helpen? Draai aan het rad om te zien welk tweetal het weerbericht mag presenteren!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
  • Ik weet welke informatie er in een weerbericht wordt gegeven. 
  • Ik weet hoe ik de informatie van het weerbericht in kaarten/grafieken/tabellen kan aflezen.
  • Ik weet hoe we neerslag, wind en temperatuur meten.
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat
  • Ik weet wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Ik kan het weerbericht van vandaag presenteren. 
Schrijf in je projectschrift wat jij hebt geleerd!

Slide 31 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? Verplaats ze naar de weetmuur.
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Tot de volgende keer!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies