Week 4: E - bezittelijk voornaamwoord

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Guten Tag!

Heute:

- kurze Wiederholung der letzten Stunde

-  Das Possessivpronomen

- Üben!

Was kennt ihr noch?

1. __________ (de) Schulaustausch (m) ist wieder vorbei. 

2. Ich nehme ____________ (een) Cola (v) glaube ich.

3. Monika hat ______________ (een) Haustier (o) bekommen.

4. __________ (de) Kinder essen ein Eis.

5. Wir haben noch _________ (geen) Essen (o) bekommen.

Was kennt ihr noch?

1. Der Schulaustausch (m) ist wieder vorbei. 

2. Ich nehme eine Cola (v) glaube ich.

3. Monika hat ein Haustier (o) bekommen.

4. Die Kinder essen ein Eis.

5. Wir haben noch kein Essen (o) bekommen.

Das Possessivpronomen

Meine Mutter spielt Tennis.

Ist das dein Opa?

Sein Fahrrad ist kaputt gegangen.

Bello ist unser Hund.

Was ist das Possessivpronomen auf Niederländisch?

Bezittelijk voornaamwoord

ik

jij

hij

zij

het

wij

jullie

zij (mv)

u

Welke Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden horen bij de persoonlijke voornaamwoorden?

ik - mijn

jij - jouw

hij - zijn

zij - haar

wij - ons/onze

jullie - jullie

zij (mv) - hun

U - uw

ich - 

du - 

er - 

sie -

wir - 

ihr - 

sie (mv) - 

Sie -

?

Wanneer wordt het bezittelijk voornaamwoord met een -e geschreven en wanneer zonder?

ich - mein(e)

du - dein(e)

er - sein(e)

sie - ihr(e)

wir - unser(e)

ihr - euer/eure

sie (mv) - ihr(e)

Sie - Ihr(e)

Let dus goed op:

der Opa - mein Opa

das Pferd - mein Pferd

die Oma - meine Oma

die Freundinnen - meine Freundinnen

Kijk dus altijd eerst naar het geslacht van het zelfstandig naamwoord!

Üben!

Macht Aufgabe 

23, 24, 25, 27, 28, 29

Seite 152

(19, 20, 21 und 22: Nur wenn du das Machen dieser Aufgaben letzte Stunde nicht hingekriegt hast)