inleiding tot de poëzie les 3

inleiding tot de poëzie les 3
Hoe ouden rijmen schitteren van den roem
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

inleiding tot de poëzie les 3
Hoe ouden rijmen schitteren van den roem

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een metafoor is een vergelijking zonder het woordje ALS.
Een METAFOOR 

alleen het beeld is overgebleven

verbeelde is verdwenen 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat 
een 
zwijnenstal!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schip van de woestijn.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier aan de hand?
 De golven aaien de zwemmers.

 De wind fluistert zacht jouw naam. 

De stoelde omarmde het meisje.

De peer lustte wel een appeltje.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

personificatie
Voorwerpen en natuurverschijnselen krijgen menselijke eigenschappen.
Bijvoorbeeld:
De stoel omarmde het meisje.
De golven aaien de zwemmers.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even samenvatten: soorten beeldspraak:
Vergelijking: je vergelijkt een beeld met de werkelijkheid "Je tuin ziet eruit als een wildernis."
Metafoor: je noemt alleen het beeld; de werkelijkheid wordt weggelaten "Wat is dit een wildernis"  (de tuin wordt dus niet meer genoemd!)
Personificatie: levenloos ding (of een dier) wordt als een levend persoon beschouwd, krijgt menselijke eigenschappen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nog eentje: Synesthesie
Synesthesie is een vorm van beeldspraak waarbij je de zintuigen door elkaar haalt. Bijvoorbeeld: 'De schreeuw was oorverdovend.'

Slide 26 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van synesthesie en laat leerlingen zelf een synesthesie bedenken.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een metafoor en een vergelijking?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De wind huilde om de hoeken van het gebouw.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die ezel weet niet eens welke les wij nu hebben.
A
metafoor
B
vergelijking
C
metonymia
D
personificatie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De motor van de auto kwam huilend tot leven.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het heeft gevroren, dus binden wij de ijzers onder.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vergelijking
metafoor
personificatie
synesthesie
metonymia
8. Het menu biedt een kleurig palet aan smaken
7. Pfff, dat schaap liet zich weer beetnemen
6. Die kale speelt goed vandaag
5. De nachten zijn daar bitter koud
4. In de zaal hangt een prachtige Rembrandt
3. De vijand kwam als een dief in de nacht
2. In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen
1. Soms lacht de toekomst je toe

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies