In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Goedemorgen H2D!
Leg op tafel: laptop, boek + etui
Log in bij LessonUp.com
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de functie van het uitscheidingsstelsel?
A
zuurstof opnemen
B
Afvalstoffen kwijtraken
C
Bewegen
Slide 3 - Quizvraag
Welk orgaan neemt glucose op in het bloed?
A
Dunne & dikke darm
B
Maag & blinde darm
C
Twaalfvingerige & dunne darm
D
Twaalfvingerige & dikke darm
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de chemische naam van zuurstof?
A
CO2
B
CH4
C
H2O
D
O2
Slide 5 - Quizvraag
Wat is gaswisseling?
A
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide door je longen.
B
Het opnemen koolstofdioxide en het afgeven van zuurstof door je longen.
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen.
D
Het opnemen van waterdamp via je mond.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de functie van het verteringsstelsel?
A
Stevigheid bieden aan het lichaam
B
Vervoeren van stoffen door het lichaam
C
Zorgen dat alle organen goed werken
D
Voedsel verteren en opnemen in bloed
Slide 7 - Quizvraag
Wat moet staan op de X? Organisme - ademhalingsstelsel - longen - linkerlong - X - mitochondriën
Slide 8 - Open vraag
(1p) R Wat is het doel van verbranding?
A
Zuurstof maken
B
Energie maken
C
Koolstofdioxide maken
D
Glucose verbranden
Slide 9 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel staat hiernaast?
A
Zenuwstelsel
B
Beenderstelsel
C
Spierstelsel
D
Uitscheidingstelsel
Slide 10 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel staat hiernaast?
A
Spierstelsel
B
Beenderstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel liter bloed heeft een volwassen mens?
A
3 tot 4 liter bloed
B
4 tot 5 liter bloed
C
5 tot 6 liter bloed
D
6 tot 7 liter bloed
Slide 12 - Quizvraag
Bloed bestaat uit verschillende onderdelen. Wat is geen onderdeel van bloed?
A
Bloedcomplement
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Bloedcellen
Slide 13 - Quizvraag
(1p) R Welke bloedcellen bevatten hemoglobine?
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
Slide 14 - Quizvraag
(1p) R Wanneer ontstaat oxyhemoglobine?
Slide 15 - Open vraag
Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma
Slide 16 - Quizvraag
(2p) T Niels is aan het voetballen. Tijdens het voetballen zweet hij veel en daarna heeft hij honger. Door het zweet kan Niels tijdens het voetballen beter afkoelen. Leg met behulp van de formule van verbranding uit waarom Niels veel zweet tijdens het voetballen.
Slide 17 - Open vraag
Welk orgaan helpt bij het constant houden van je bloed door zuurstof op te nemen in het bloed en koolstofdioxide af te geven aan het blaasje.
A
Dunne darm
B
Longen
C
Nieren
D
Huid
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Welk bloedvat vervoert zuurstofarm bloed
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
Slide 41 - Quizvraag
Blauw afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quizvraag
Vul in: Het bloed uit de poortader komt vanuit..... en het bloed is......