4.1 Geslachtsorganen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen vandaag?

• 4.1 Geslachtssorganen zelfstandig lezen                         5 min
• filmpje                                                                                               3 min.
• Uitleg 4.1                                                                                           10 min.
• werken aan de opdrachten                                                     15 min.
• afsluiting: wat heb ik geleerd?                                                 2 min.

Planning

• Uitleg basisstof 4.1 Geslachtsorganen
• filmpje 
• Opdrachten maken
• (zelfstandig en samen)

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
• Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
• Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

Basisstof 4.1 Geslachtsorganen

Begin met lezen van basisstof 1. Geslachtsorganen

Op bladzijde 8 t/m 12

Meisje of jongen

Als er een kindje geboren is zien we gelijk

of het een jongen of meisje is.

Dit noem je het geslacht of sekse van de baby.

Hoe je het geslacht 

herkent noem je de 

geslachtskenmerken.

Geslachtskenmerken: primair en secundair

Primaire geslachtskenmerken:

• zie je aan de buitenkant
• Aanwezig bij de geboorte:
• schaamlippen, vagina 
• penis, balzak

Man	Vrouw
Penis	schaamlippen
Balzak	vagina

Primaire geslachtskenmerken

primaire geslachtskenmerken.

• Geslachtskenmerken die je bij de geboorte al hebt 
• Primaire geslachtskenmerken kan je alleen van de buitenkant zien.

Man	Vrouw
Penis	Vulva
Balzak

Secundaire geslachtskenmerken

• ontstaan in de puberteit

Uitwendige geslachtsorganen:

• deze onderdelen  zie je alleen aan de buitenkant

Inwendige geslachtsorganen

De inwendige geslachtsorganen:

• liggen in je lichaam
• je ziet deze niet (helemaal) aan de buitenkant.

Aan het werk

Hoofdstuk 4 Voortplanting en seksualiteit

Paragraaf 4.1 geslachtsorganen

• Maak opdracht 1 t/m 6 (blz 9)

Ben je klaar?

Doe in stilte iets voor jezelf.

Aan het werk:

Opdracht 5 doen we over

samen.

Maak opdracht:

1 t/m 7

Dit is huiswerk!

werk op fluistertoon

Klaar?-> bedenk enkele anonieme vragen en schrijf ze op een stukje papier.