Biologie mh1 thema Stevigheid & Beweging 4.1 Het skelet

4.1 Het skelet
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Het skelet

Slide 1 - Tekstslide

Het skelet
1 Je kent de delen van het lichaam.
2 Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
3 Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Het skelet
  • Geraamte/skelet
  • Botten/beenderen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Het skelet
De mens is een gewervelde met een inwendig skelet

De mens heeft 206 botten

Een ander woord voor botten is beenderen

Slide 5 - Tekstslide

Dieren - skelet
Skelet= stevige delen die zorgen voor stevigheid en bescherming

       Inwendig skelet                        Uitwendig skelet                            Geen skelet

Slide 6 - Tekstslide

Ledematen
Hoofd
Romp

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opbouw skelet
Globaal bestaat je lichaam uit 3 onderdelen. 

- Hoofd
- Romp 
- Ledematen (armen en benen)

Slide 9 - Tekstslide

skelet
gewervelde dieren hebben een inwendig skelet.

het skelet heeft een wervelkolom die is opgebouwd uit wervels.

Slide 10 - Tekstslide

Schedel
De botten van je hoofd vormen samen de schedel

Bij de schedel horen de schedelbeenderen, bovenkaak en onderkaak

Slide 11 - Tekstslide

Schedel
Aan elkaar gegroeid

Slide 12 - Tekstslide

Onderdelen schedel

Slide 13 - Tekstslide

Romp (torso)
- schoudergordel 
- borstkas
- wervelkolom 

- bekken(gordel)

Slide 14 - Tekstslide

De romp:
De schedel wordt gedragen door de wervelkolom (ruggengraat) die bestaat uit halswervels, borstwervels en lendenwervels.


Slide 15 - Tekstslide

De romp bestaat uit:

1 De schoudergordel (sleutelbeenderen en twee schouderbladen)

2 De borstkas (borstwervels + borstbeen + ribben)

3 Het bekken (2 heupbeenderen en het heiligbeen)
4 De wervelkolom (halswervels, borstwervels en lendenwervels)
Schoudergordel: sleutelbeenderen + schouderbladen
1
Schoudergordel: sleutelbeenderen + schouderbladen
1
Borstkas: borstbeen + ribben
2
Het bekken: twee heupbeenderen
3
Het bekken: twee heupbeenderen
3
De wervelkolom: halswervels, borstwervels en lendenwervels
4

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De ledematen

Slide 18 - Tekstslide

Ledematen: de armen
Je arm bestaat uit je opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp zit aan de kant van de pink, handwortelbeentjes, middenhandsbeentjes en vingerkootjes.

Slide 19 - Tekstslide

De ledematen
De armen en benen noem je ledematen
De ellepijp zit vast aan de pink

Slide 20 - Tekstslide

Ledematen: de benen
Een been bestaat uit het dijbeen, het scheenbeen, het kuitbeen en de botten van de voet. (voetwortelbeentjes, middenvoetsbeentjes en teenkootjes)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

De functies van het skelet
- Stevigheid geven
- Bescherming geven
- Beweging mogelijk maken
- Vorm geven
- Maken van bloedcellen

Slide 23 - Tekstslide

Bescherming
Het skelet zorgt voor extra bescherming van belangrijke organen zoals

Borstkas: Hart, longen
Schedel: Hersenen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Stevigheid & beweging

Slide 26 - Tekstslide

Beweging mogelijk maken:
aanhechting spieren via pezen

Slide 27 - Tekstslide

Vorm geven aan het lichaam

Slide 28 - Tekstslide

Bloedcellen maken
  • Mergholte in pijpbeenderen
  • Geel beenmerg in mergholte slaat vet op
  • Rood beenmerg vormt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 29 - Tekstslide

Samengevat dient het skelet voor:

  1. Stevigheid (anders ben je net een pudding!)
  2. Vorm (bv. de vorm van je schedel bepaald de vorm van je hoofd)
  3. Bescherming (bv. de borstkas beschermt je hart en longen)
  4. Beweging mogelijk maken (aan botten zitten spieren  via pezen vast, dankzij spieren kunnen botten > en dus het lichaam, bewegen
  5. In het beenmerg worden bloedcellen gemaakt

Slide 30 - Tekstslide

wat is geen functie van het skelet
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vertering

Slide 31 - Quizvraag

Heeft een regenworm een skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet

Slide 32 - Quizvraag

Hebben gewervelden een inwendig skelet of een uitwendig skelet?
A
Uitwendig skelet.
B
Inwendig skelet.

Slide 33 - Quizvraag

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 34 - Quizvraag

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen

Slide 35 - Quizvraag

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
timer
0:30
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 36 - Quizvraag

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn de functies van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 38 - Quizvraag

dit is het skelet van een?
A
kip
B
konijn
C
pinguïn
D
dinosaurus

Slide 39 - Quizvraag

Kunnen spieren zonder het skelet?

Kan het skelet zonder spieren?
A
ja, ja
B
ja, nee
C
nee, ja
D
nee, nee

Slide 40 - Quizvraag

11. Een dier met een inwendig skelet heeft zijn skelet aan de ...?
A
Binnenkant. In zijn lichaam.
B
Buitenkant. Als een pantser.
C
Buitenkant. Als een schelp.
D
Buitenkant. Als een huisje.

Slide 41 - Quizvraag