In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
literatuurgeschiedenis 1945-1970
voorkennis / voorgeschiedenis
existentialisme
naoorlogse literatuur
Slide 1 - Tekstslide
existentialisme
filosofische en literaire stroming met invloed van 1945-1975
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
existentalisme - centrale idee
existentie gaat vooraf aan essentie:
de mens bestaat (existentie) en bepaalt vervolgens door zijn daden wie hij is (identiteit)
Slide 4 - Tekstslide
existentialisme - inhoud
- angst is de grond in ieders leven
- ieder mens is ten diepste eenzaam
- het leven is absurd: de werkelijkheid om de mens heen is niet rationeel, je kunt door ratio geen grip op het leven krijgen –> het leven heeft geen betekenis -> het bestaan is perspectiefloos
Slide 5 - Tekstslide
Waarom ontstond deze stroming eind jaren veertig / begin jaren vijftig?
Slide 6 - Tekstslide
Jean Paul Sartre (1905-1980)
Je bent wat je doet;
verantwoordelijkheden
niet afschuiven want mens
is vrij om te kiezen.
Slide 7 - Tekstslide
existentialisme in de literatuur
Vooral in Frankrijk een literaire stroming: Sartre, De Beauvoir, Camus.
In Nederland niet zozeer een stroming als wel een invloed:
W.F. Hermans, Jan Wolkers, Reve (en meer!): het leven is zinloos, zit vol mislukkingen en toevalligheden.
Slide 8 - Tekstslide
existentialisme in de literatuur
menselijke relaties zijn gebrekkig
personages ervaren sterk gevoel van eenzaamheid
mens wordt bedreigd door massale gevaren (honger, techniek, oorlog)
het leven is absurd en chaotisch (onlogisch)
er is geen perspectief in het menselijk bestaan
Slide 9 - Tekstslide
In welke door jou gelezen boeken vind je kenmerken terug van het existentialisme? Op welke manier?
Slide 10 - Open vraag
deze les
literatuurlijst
existentialisme
Literatuur in je pocket 1970 – heden -> vragen?
bedachte vragen
werken aan groepsopdracht
les morgen: toelichting 1970 - heden
Slide 11 - Tekstslide
Geef op basis van de theorie van LIJP 1970 – heden bij ten minste twee van de romans op je leeslijst een kritische vraag die tijdens het mondeling gesteld zou kunnen worden. Vermeld ook de titel van de roman.