5 nov

Welkom bij Nederlands!
Pak je boek, schrift & pen.
Mobiel & oortjes weg.





1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Pak je boek, schrift & pen.
Mobiel & oortjes weg.





Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Waar is iedereen? 
  • Uitleg Fictie
  • Aan de slag!
  • Vragen?
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Info
Er moeten paar leerlingen mondelinge boektoets.
Donderdag wil ik de laatste doen! Dan moet je boek dus uit zijn!

Als je het mondeling al hebt gedaan, hoef je niet te luisteren. Werk dan vast. Straks uitleg Spelling.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Quiz
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Mondeling
Je moet over je boek kunnen vertellen.
Je moet een gedicht uitzoeken.
Je moet iets kunnen zeggen over rijm en stijlfiguren.

Slide 4 - Tekstslide

STIJLFIGUREN
gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 
Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.


Slide 5 - Tekstslide



Stijlfiguren
Verschillende soorten stijlfiguren:
  • Herhaling
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Overdrijving
  • Ironie (havo)
  • Sarcasme (havo)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide



Herhaling
Het letterlijk herhalen van een woord of een woordgroep

voor zij die aan me twijfelen
twijfel je meer aan mij dan mij ik betwijfel het
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide



Opsomming
Er worden verschillende dingen opgesomd

Die echte tories geen neppe tories
Die gangster tories ook geen rap en borie
Dit zijn meer die haat mezelf emo-rapper tories
Niet die rapper om te rappen tories maar die echte tories
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 8 - Tekstslide



Tegenstelling
Als twee dingen tegenover elkaar gezet worden.

Hier zijn de nachten lang, en de dagen kort
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide



Overdrijving
Een hyperbool is een sterke overdrijving.

Als je je erg inspant:
"Ik ga dood!!"
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide



Ironie
Licht spottend, maar niet kwetsend. Vaak wordt het tegengestelde gezegd.

Als iemand te laat binnenkomt:
"Je vindt het niet erg dat we al begonnen zijn, toch?"
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide



Sarcasme
Harde, bijtende spot. Vaak bedoelt om te kwetsen.
Meestal gebracht met arrogantie.

Als iemand echt zijn best niet doet: "Nou, als jij zo doorgaat dan kom je zeker in aanmerking voor een promotie"  
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

DOEL

SPELLING VAN WERKWOORDEN

- je weet wat een samengestelde zin is

- je weet hoe je meerder persoonsvormen vindt in samengestelde zinnen


Slide 13 - Tekstslide

Noteer de persoonsvorm (pv):
Saar vertelde ons enthousiast over haar reis naar Mexico.

Slide 14 - Open vraag

Noteer het gezegde (gez):
Saar vertelde ons enthousiast over haar reis naar Mexico.

Slide 15 - Open vraag

Noteer het onderwerp (ow):
Saar vertelde ons enthousiast over haar reis naar Mexico.

Slide 16 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm (pv):
Dit weekend zullen de treinen volgens aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 17 - Open vraag

Noteer het gezegde (gez):
Dit weekend zullen de treinen volgens aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 18 - Open vraag

Noteer het onderwerp (ow):
Dit weekend zullen de treinen volgens aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 19 - Open vraag

Samengestelde zinnen

- Een zin met meerdere persoonsvormen heet een samengestelde zin

- Een samengestelde zin heeft dus ook meerdere gezegdes(een gezegde bevat namelijk alleen de werkwoorden die bij elkaar horen)

- Een samengestelde zin heeft meerdere onderwerpen, want bij iedere persoonsvorm/gezegde hoort een onderwerp.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld samengestelde zin

Robert heeft trek en hij neemt een sandwich.


Zin 1: Robert heeft trek.

Zin 2: Hij neemt een sandwich.


Het voegwoord 'en' verbindt de twee zinnen goed aan elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

Redekundig ontleden van een samengestelde zin


1. Doe de TIJDPROEF om de persoonsvormen te vinden

Zet de zin in een andere tijd; de pv's veranderen mee

2. Stel twee keer de vraag 'Wie (of wat) + pv' om de onderwerpen te vinden

De antwoorden op deze vragen noemen we de onderwerpen

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld persoonsvormen in een samengestelde zin vinden


Zin: Robert heeft trek en hij eet een bak friet.


Tijdproef: Robert had trek en hij at een bak friet.


De persoonsvormen zijn: heeft en eet




Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld onderwerpen in een samengestelde zin vinden


Zin: Robert heeft trek en hij eet een bak friet.

De persoonsvormen zijn: heeft en eet


Vraag 1: Wie heeft? - Antwoord/onderwerp: Robert

Vraag 2: Wie eet? - Antwoord/onderwerp: hij




Slide 24 - Tekstslide

GELEERD?

SPELLING VAN WERKWOORDEN

- je weet wat een samengestelde zin is

- je weet hoe je meerder persoonsvormen vindt in samengestelde zinnen


Slide 25 - Tekstslide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt je gekozen opdracht.

Klaar? Je kunt nakijken!

Ook klaar? Kies een nieuwe opdracht.



Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide