Opdracht onderwijsbeurs - verslag schrijven: de basis

EEN VERSLAG SCHRIJVEN
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

EEN VERSLAG SCHRIJVEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERSLAG SCHRIJVEN

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

INHOUD VAN EEN VERSLAG
- Voorpagina
- Inhoudsopgave
- Inleiding/ voorwoord
- Inhoud van het verslag
- Bijlagen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORPAGINA
(ook wel: het titelblad)
- Titel van het verslag
- Naam van de schrijver
- Studentnummer van de schrijver
- Eventueel: docent waarbij je het inlevert

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INHOUDS-OPGAVE
(doet Word vanzelf)
- Eerst: invoegen -> paginanummer
- Daarna: verwijzingen -> inhoudsopgave

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vis

Slide 6 - Tekstslide

De vis: de titel in de bovenste vin. Verdeling in kop, lijf en staart.
INLEIDING
(introduceer het onderwerp voor de lezer)
- begin met jezelf voor te stellen.
- vertel waarom je dit verslag geschreven hebt
- thema: waar gaat het verslag over?
- wat kan de lezer verwachten?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHRIJF EEN (korte) INLEIDING VAN EEN VERSLAG OVER EEN SPORT

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

TIPS:
- maak gebruik van alinea's!
- hou het beknopt, werk met vragen en korte zinnen
- spreek de lezer aan, maak geen gebruik van het woord 'ik'
- lees het verslag hardop na

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHRIJF OP: in ongeveer vijf zinnen wat jij afgelopen zaterdag deed

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ZATERDAG
Zaterdag ging ik met mijn moeder naar de stad om nieuwe kleren te kopen. Toen we in de winkel waren, ging ineens het alarm van de poortjes af. En toen rende een beveiliger keihard door de winkel heen om iemand aan te houden. Maar toen hij bij de poortjes kwam, zat daar alleen een monteur. Die had niks gestolen, maar was de poortjes aan het testen. En toen werd de beveiliger knalrood. Dat was grappig.
Lees het verslag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZATERDAG
Zaterdag ging ik met mijn moeder naar de stad om nieuwe kleren te kopen. Toen we in de winkel waren, ging ineens het alarm van de poortjes af. En toen rende een beveiliger keihard door de winkel heen om iemand aan te houden. Maar toen hij bij de poortjes kwam, zat daar alleen een monteur. Die had niks gestolen, maar was de poortjes aan het testen. En toen werd de beveiliger knalrood. Dat was grappig.
Het verslag is nogal saai, doordat veel zinnen met 'toen', 'maar toen' en 'en toen' beginnen.
Welke woorden zou je in plaats daarvan kunnen gebruiken?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE WOORDEN IN DE PLAATS GEZET WORDEN:

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(huiswerk) OPDRACHT:
Je moet een (sport)activiteit uitvoeren met kinderen van 12 t/m 15 jaar. Maak hier een kort verslag van. 
Inhoudsopgave hoeft niet.
Wel: voorpagina, inleiding en de uitwerking van één (sport)activiteit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies