basis 7 en ordenen

gewervelden en determineren
Mevrouw de Hoogt
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

gewervelden en determineren
Mevrouw de Hoogt

Slide 1 - Tekstslide

gewervelden

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 4 - Quizvraag

skelet 
Gewervelden hebben een inwendig skelet. Een deel van dit skelet is de wervelkolom, die is opgebouwd uit wervels 

Slide 5 - Tekstslide

GEWERVELD
ONGEWERVELD

Slide 6 - Sleepvraag

kenmerken van gewervelden

Slide 7 - Tekstslide

Gewervelden zijn:
A
Vissen, vogels, reptielen, amfibieën en zoogdieren
B
Vogels, reptielen, zoogdieren, amfibieën en insecten
C
Vissen, reptielen, insecten en sponzen
D
Geleedpotigen, vogels, vissen, zoogdieren en reptielen

Slide 8 - Quizvraag

kenmerken van gewervelden
Gewervelden worden ingedeeld in groepen. Vijf groepen van gewervelden zijn vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Amfibieën, reptielen en zoogdieren zijn klassen. De groep vissen bestaat uit meerdere klassen. Vogels worden ingedeeld bij de klasse van de reptielen.

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken
Groep
- schubben, slijm, veren of haren.
- warmbloedig of koudbloedig 
- met kieuwen of met longen
- Veel gewervelden leggen eieren. Er zijn eieren zonder schaal, eieren met een taaie, leerachtige schaal en eieren met een harde kalkschaal. Bij sommige gewervelden komen de jongen niet uit eieren, maar uit de moeder. 
manier van voortplanten
Huid
ademhalingsorganen 
lichaamstemperatuur 

Slide 10 - Sleepvraag

Huid: De huid van gewervelden kan bedekt zijn met verschillende structuren zoals:
Schubben (bij vissen en reptielen).
Slijm (bij amfibieën).
Veren (bij vogels).
Haren (bij zoogdieren).

Slide 11 - Tekstslide

Lichaamstemperatuur:
Warmbloedig: Vogels en zoogdieren houden een constante lichaamstemperatuur.
Koudbloedig: Vissen, amfibieën en reptielen passen hun lichaamstemperatuur aan de omgeving aan.

Slide 12 - Tekstslide

Ademhalingsorganen:
Kieuwen: Vissen gebruiken kieuwen om zuurstof uit het water op te nemen.
Longen: Vogels, zoogdieren, reptielen en volwassen amfibieën ademen met longen.
Huid: Sommige amfibieën ademen ook via hun huid (bijvoorbeeld kikkers).

Slide 13 - Tekstslide

Voortplanting:
Eieren: Er zijn variaties in eieren, zoals:
Zonder schaal (bij amfibieën en sommige vissen).
Met een taaie schaal (bij reptielen).
Met een harde kalkschaal (bij vogels).
Levendbarend: Zoogdieren en sommige reptielen baren levende jongen.

Slide 14 - Tekstslide

Leefomgeving:
Water: Vissen leven volledig in het water.
Land: De meeste zoogdieren en reptielen leven op het land.
Lucht: Vogels zijn gespecialiseerd in het leven in de lucht.
Water en land: Amfibieën en sommige reptielen kunnen in beide omgevingen leven.

Slide 15 - Tekstslide

maak opdracht 1 en 2 van basisstof 7

Slide 16 - Tekstslide

Determineren 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Determineren 
Organismen die je niet kent, kun je in een rijk of groep plaatsen door op de kenmerken te letten. Dat heet determineren. Je kunt dit organisme determineren met behulp van een determineertabel.

Slide 19 - Tekstslide

nu gaan we zelf determineren!

Slide 20 - Tekstslide

wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll