In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 85 min
Onderdelen in deze les
B5 Ontstaan van soorten
Blz. 48
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen
- Je kan uitleggen hoe soorten ontstaan.
- Je kan in een context een vorm van reproductieve isolatie herkennen en toelichten.
- Je kunt manieren van reproductieve isolatie uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Het ontstaan van soorten
Slide 5 - Tekstslide
Ontstaan nieuwe soorten
Slide 6 - Tekstslide
ontstaan nieuwe soort
Slide 7 - Tekstslide
Ontstaan van soorten
Voor het ontstaan van nieuwe soorten, moet langere tijd geen uitwisseling van genen zijn: reproductieve isolatie
Vindt in één populatie een mutatie plaats, dan komt die niet in de andere populatie.
Na een tijdje zijn ze zó verschillend, dat het twee soorten zijn geworden.
Reproductieve isolatie kan plaatsvinden door geografische isolatie(allopatrisch soortvorming)
Slide 8 - Tekstslide
Eilandtheorie
Verschillende vinken op verschillende eilanden
De grote van het eiland en de afstand tot het vaste land bepaalde hoeveel soorten vinken
Slide 9 - Tekstslide
Eilandtheorie
Hoe groter het eiland, hoe meer verschillenden soorten
(biodiversiteit)
Hoe verder het eiland van het vaste land, hoe minder verschillende soorten
Slide 10 - Tekstslide
Eilandtheorie
Slide 11 - Tekstslide
Eilandtheorie
1965 Mac Arthur en Wilson
Aantal soorten op een eiland (biodiversiteit) bepaald door
1. immigratie
2. extinctie
Slide 12 - Tekstslide
Eilandtheorie
Hoe kleiner het eiland, hoe minder immigratie en hoe groter kans op extinctie
Hoe groter afstand tot vaste land, hoe lager immigratie en hoe grote de extinctie
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Eilandtheorie
Deze theorie voorspelt de hoeveelheid verschillende soorten op een eiland aan de hand van de grootte, de afstand tot het vaste land, het aantal soorten dat immigreert en het aantal soorten dat verdwijnt.
Binas 93C
Slide 15 - Tekstslide
Typen soortsvorming
allopatrische soortsvorming: populaties zijn geografisch van elkaar gescheiden
sympatrische soortsvorming: de populaties leven bij elkaar maar gaan zich specialiseren door ander gedrag