Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Leerdoelen 1.3
Leerdoelen 1.3 Dierenrijk
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken.
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leerdoelen 1.3 Dierenrijk
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken.
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de delen van een dier herkennen en benoemen
Je kunt voorbeelden van dierlijke weefsels geven
Je kunt de onderdelen van een dierlijke cel benoemen
Je kunt de functies van de onderdelen van een dierlijke cel benoemen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een organisme?
A
Een groep samenwerkende organen.
B
Een deel van het lichaam met een eigen taak.
C
Een bouwsteen van een organisme.
D
Een levend wezen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een weefsel?
A
Een deel van het lichaam met een eigen taak.
B
Een bouwsteen van een organisme.
C
Een groep samenwerkende organen.
D
Een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een cel?
A
De bouwsteen van een organisme.
B
Een groep samenwerkende organen.
C
Een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
D
Een deel van het lichaam met een eigen taak.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een orgaanstelsel?
A
Een bouwsteen van een organisme.
B
Een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
C
Een groep samenwerkende organen.
D
Een deel van het lichaam met een eigen taak.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een orgaan?
A
Een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
B
Een groep samenwerkende organen.
C
Een deel van het lichaam met een eigen taak.
D
Een bouwsteen van een organisme.
Slide 7 - Quizvraag
Zet de volgende termen is juiste volgorde van klein naar groot:
Organisme - weefsel - orgaan - cel - organenstelsel
Slide 8 - Open vraag
Wat is een orgaanstelsel?
A
een groep organismen
B
een groep cellen
C
een groep organen die samen aan een bepaalde taak werken
D
een groep cellen die samenwerken
Slide 9 - Quizvraag
Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 10 - Quizvraag
Welk orgaanstelsels zie je hier?
A
Ademhalingstelsel
B
Voortplantingstelsel
C
Verteringstelsel
D
Beenderenstelsel
Slide 11 - Quizvraag
Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 12 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 13 - Quizvraag
Welke drie onderdelen heeft een dierlijke cel?
Slide 14 - Open vraag
Bart bakt tofu. Hij ziet dat de tofu bijna aanbrandt en schept hem snel om. Tofu wordt veel gebruikt als vleesvervanger in maaltijden.
--> Kan deze cel in tofu voorkomen? Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Open vraag
Welke drie onderdelen heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?
Slide 16 - Open vraag
Wat is de functie van de celmembraan?
A
Stevigheid
B
Fotosynthese
C
Hierin liggen de celkern, vacuole en bladgroenkorrels
D
Regelen welke stoffen in en uit de cel gaan
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het "cytoplasma"?
A
Het regelcentrum van de cel
B
De vloeistof waarin alle onderdelen van een cel zitten
C
Gel
D
De vloeistof die in organen zit
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de functie van de celkern?
A
Bepalen welke stoffen in en uit de cel gaan
B
Glucose maken
C
Alles regelen wat er in de cel gebeurt
D
Zorgen voor stevigheid
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een celmembraan?
A
soort vliesje om de vacuole
B
soort vliesje wat alleen bij dierlijke cellen voorkomt
C
soort vliesje om de cel
D
soort vliesje om de kern
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een uitwendig skelet?
A
Een skelet dat zich buiten het lichaam bevindt
B
Een skelet dat onzichtbaar is
C
Een skelet dat alleen uit kraakbeen bestaat
D
Een skelet dat zich binnen het lichaam bevindt
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een inwendig skelet?
A
Een skelet dat zich buiten het lichaam bevindt
B
Een skelet dat alleen uit kraakbeen bestaat
C
Een skelet dat zich binnen het lichaam bevindt
D
Een skelet dat onzichtbaar is
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het doel van het skelet?
A
Zintuiglijke waarneming
B
Voeding en groei
C
Voortplanting en ademhaling
D
Stevigheid en bescherming
Slide 23 - Quizvraag
Heeft dit dier een skelet? Zo ja. wat voor skelet?
Slide 24 - Open vraag
Welk soort skelet hebben de zes dieren
op de foto’s? Schrijf onder elke foto
welk soort het skelet het dier heeft:
inwendig of uitwendig.
Slide 25 - Open vraag
Noem een dier:
1. zonder skelet
2. Met uitwendig skelet
3. Met inwendig skelet
Slide 26 - Open vraag
Hoe noemen we de groep dieren met een inwendig skelet?
Slide 27 - Open vraag
Heb je de leerdoelen behaald?
Heb je veel vragen fout? Dan maak je de opdrachten die bij de leerdoelenkaart zit.
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhaling 1.1 tot en met 1.4
September 2021
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
1.3 het dieren rijk
September 2021
- Les met
17 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
1.3 les 1 Dierenrijk
Juni 2024
- Les met
15 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.3 Dierenrijk
September 2024
- Les met
26 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2.1 Menselijke en dierlijke cellen klassikaal
September 2023
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
1.3 Dierenrijk
Augustus 2023
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
1.3 Dierenrijk
September 2022
- Les met
43 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Bio-3M-1.3 Dierenrijk
Augustus 2020
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3