klas 3 erfelijkheid stamboom (3.5)

Bij welke genotype komt een recessieve kenmerk tot uiting?
A
bij homozygoot dominant
B
bij homozygoot recessief
C
bij heterozygoot
D
bij homozygoot dominant en heterozygoot
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bij welke genotype komt een recessieve kenmerk tot uiting?
A
bij homozygoot dominant
B
bij homozygoot recessief
C
bij heterozygoot
D
bij homozygoot dominant en heterozygoot

Slide 1 - Quizvraag

Bij welke genotype komt een dominante kenmerk tot uiting?
A
bij homozygoot dominant
B
bij homozygoot recessief
C
bij heterozygoot
D
bij homozygoot dominant en heterozygoot

Slide 2 - Quizvraag

stamboom aflezen
Het rondje geeft een vrouw aan
het vierkantje een man

in de legenda kun je zien of welke eigenschap het gaat

Slide 3 - Tekstslide

nr 1 stelt een ...... voor
A
man
B
vrouw

Slide 4 - Quizvraag

nr 5 is stelt een ...... voor
A
man
B
vrouw

Slide 5 - Quizvraag

fenotype: nr 1 heeft als haar kleur?
A
rood
B
blond

Slide 6 - Quizvraag

welke eigenschap is recessief? waarom?

Slide 7 - Open vraag

rood is recessief wat is dan het genotype van nr 6
A
BB
B
Bb
C
bb
D
BB of Bb

Slide 8 - Quizvraag

rood is recessief wat is dan het genotype van nr 2
A
BB
B
Bb
C
bb
D
BB of Bb

Slide 9 - Quizvraag

nr 4 en 5 krijgen een kind (nr 7) 
In de volgende vragen gaan we kijken hoeveel % kans op rood of blond haar en % kans op homozygoot / heterozygoot

Slide 10 - Tekstslide

Bb X
Bb 
optie eicel



optie zaadcel

optie zaadcel

optie eicel
optie eicel
optie zaadcel
optie zaadcel
B
b
b
B

Slide 11 - Sleepvraag

Bb x Bb
B
b
B
kind 1


kind 2
b
kind 3

kind 4
kind 1
kind 4
kind 2
kind 3
Bb
Bb
Bb
Bb
bb
bb
BB
BB

Slide 12 - Sleepvraag

genotype
100 % heterozygoot
100 % homozygoot
25 % homozygoot en  75 % heterozygoot
75 % homozygoot en 25 % heterozygoot
50 % homozygoot en 50 % heterozygoot

Slide 13 - Sleepvraag

fenotype
100 % blond
100 % rood
25 % blond en  75 % rood
75 % blond en 25 % rood
50 % rood en 50 % blond

Slide 14 - Sleepvraag

welke nr kun je het genotype met zekerheid zeggen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

nr 5 heeft als genotype
A
AA
B
Aa
C
aa
D
kan AA zijn maar ook Aa

Slide 17 - Quizvraag

nr 6 heeft als genotype
A
AA
B
Aa
C
aa
D
kan AA zijn maar ook Aa

Slide 18 - Quizvraag

kater 3 en poes 4 krijgen nog een jong katertje (staat niet in de stamboom)
n 4 is heterozygoot dus Aa

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het genotype van nr 3?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
kan AA zijn maar ook Aa

Slide 20 - Quizvraag

moeder aa x vader Aa
optie eicel



optie zaadcel

optie zaadcel

optie eicel
optie eicel
optie zaadcel
optie zaadcel
A
a
a
A
a
a

Slide 21 - Sleepvraag

aa X Aa
a
a
A
kind 1


kind 2
a
kind 3

kind 4
kind 1
kind 4
kind 2
kind 3
Aa
Aa
Aa
Aa
aa
aa
AA
AA

Slide 22 - Sleepvraag

genotype
100 % heterozygoot
100 % homozygoot
25 % homozygoot en  75 % heterozygoot
75 % homozygoot en 25 % heterozygoot
50 % homozygoot en 50 % heterozygoot

Slide 23 - Sleepvraag

fenotype
100 % blond
100 % rood
25 % blond en  75 % rood
75 % blond en 25 % rood
50 % rood en 50 % blond

Slide 24 - Sleepvraag