maandag 16 sept 2.2 en 2.3 politiek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Maandag 16 september

Herhalen: 2.1

2.2 uitleg 

Markeren belangrijke begrippen.

Aan je huiswerk

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat de trias politica is

Aan het einde van de les kun je twee kenmerken noemen van de parlementaire democratie

Kenmerken van de rechtsstaat

Nederland =

Een rechtsstaat 

Daarmee meteen ook democratie

Die horen bij elkaar!

Democratie betekent dat het volk mag s......................??

Wie kiezen we dan tijdens de verkiezingen?

parlement

De leden van de Eerste en de Tweede Kamer.

Die noem je samen het Parlement

Omdat wij dus kiezen wie in het parlement komen is Nederland een PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE

Kenmerken van de Parlementaire democratie

1. Grondwet
2. Kiesrecht
3. Vrije en geheime verkiezingen
4. Meerderheid van stemmen
5. Parlement is de baas 
6. Trias Politica

Vrije en geheime verkiezingen

Vrije = je mag stemmen op wie je wilt!

Geheime verkiezing = als je stemt is het altijd anoniem!

Kiesrecht

= Iedereen heeft het recht om te stemmen. = algemeen kiesrecht

Meerderheid van stemmen

150 volksvertegenwoordigers.......

Grondwet

Rechten en plichten staan hierin. 

Óok van de overheid: hun macht en bevoegdheden staan er ook in.

Parlement = de baas

stemmen over elk wetsvoorstel

Goedkeuring!!

Kunnen ministers om verantwoording vragen

Trias Politica

Maken opdracht 4 tm 7

Deze heb je af aan het einde van de les.

Deze les:

Trias Politica uitleg

Markeren belangrijke zinnen 2.2

Antwoorden bespreken 

Samenvatting maken/vragen stellen als je die hebt

Scheiding van de politieke macht in 3 onderdelen

Rechterlijke: beoordeelt of wetten goed worden nageleefd en doet uitspraak in conflicten

Wetgevende: stelt wetten vast waar iedereen zich aan moet houden

Uitvoerende: zorgt ervoor dat de goedgekeurde wetten worden uitgevoerd

Rechterlijke macht:

De rechters..... Kijken of iemand de wet heeft overtreden

Onafhankelijk...

Overheid moet zich zelfs houden aan wat de rechter zegt!

Wetgevende:

Regering en parlement gaan over de wetgeving in Nederland.

Regering = koning + ministers

Parlement = Eerste en Tweede Kamer

Minister komt met wetsvoorstel, parlement besluit of het goedgekeurd wordt!!

Uitvoerende:

Ministers zorgen ervoor dat de wetten goed worden uitgevoerd.

Geven opdrachten en richtlijnen aan ambtenaren of gemeentes!

In de praktijk...

parlement zou meeste macht hebben omdat:..............??

Ministers hebben uiteindelijk de meeste macht! 

Zij hebben namelijk wetgevende EN uitvoerende macht!!

Markeren 2.2 

De belangrijke zinnen. 

Dit doen we in ongeveer 5 minuten

BLADZIJDE 18

Schrijven een samenvatting van 2.2

Hoe doe je dit????

Begrip: ....................betekenis

Voorbeeld..................

Einde les je samenvatting = af.

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat de trias politica is

Aan het einde van de les kun je twee kenmerken noemen van de parlementaire democratie