De zinnen in de vorige slide bevatten moeilijke werkwoordsvormen. Deze vormen worden vaak verkeerd gedaan, omdat het niet duidelijk te zien is of het gaat om een persoonsvorm of een voltooid deelwoord.
Bij het werkwoord 'fietsen' is het duidelijk te zien of het gaat om een persoonsvorm of om een voltooid deelwoord.
'Ik fiets, ik fietste, ik heb gefietst'.
Het is dus belangrijk dat je bij 'lastige' werkwoorden kijkt of het gaat om een persoonsvorm of een voltooid deelwoord.