Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke soorten werkwoorden heb je in het Duits?
zwakke werkwoorden > regelmatig
(bijv. spielen, reden, antworten, atmen)
sterke werkwoorden > lopen- liep
(bijv. fahren, kommen, lesen)
onregelmatige werkwoorden, o.a.
- haben, sein, werden
- modale werkwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Klinkerwisseling
Nederlands sterk > Duits meestal ook sterk
Je kan een lijst leren
Slide 3 - Tekstslide
De a-Umlaut en
e/i-Wechsel
Bij een aantal
sterke
werkwoorden verandert de stamklinker in de 2e(du) en 3e persoon enkelvoud (er/sie/es) van o.t.t.
de stamklinker
a
verandert in
ä
de stamklinker
e
verandert in
i
of
ie
> korte e > i
> lange e > ie
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
E/i-Wechsel
De 'e' verandert bij du & er/sie/es in een
i
of in
ie
.
* werkwoorden met een
korte e
(helfen) ->
i
* werkwoorden met een
lange e
(sehen) ->
ie
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert
A
a -> ä
B
a -> i
C
er verandert niets
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de goede vervoeging?
Du (fahren) ... nach Berlin.
A
fahrst
B
fährt
C
fährest
D
fährst
Slide 17 - Quizvraag
Vul de goede vervoeging in.
Er (fallen) ... auf den Boden.
A
fallt
B
fält
C
fällt
D
vällt
Slide 18 - Quizvraag
Vul de juiste vervoeging in:
Der Jaguar (laufen) ....... sehr schnell.
A
lauft
B
läuft
C
löp
D
läufst
Slide 19 - Quizvraag
Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
A
e->ie
B
e-> ee
C
e->i
Slide 20 - Quizvraag
Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
A
e->i
B
e->ie
C
e->ee
D
er verandert niets
Slide 21 - Quizvraag
Vul de juiste vervoeging in.
Du (helfen) ......... mir immer gut.
A
hilfst
B
helfst
C
hielfst
D
helpst
Slide 22 - Quizvraag
Vul de juiste vervoeging in.
Paul (sprechen) .......... gut Deutsch
A
sprecht
B
spriecht
C
spreekt
D
spricht
Slide 23 - Quizvraag
Du ........... jetzt mein Gesicht.
A
sehst
B
siehst
C
siehts
D
sieht
Slide 24 - Quizvraag
Meine Schwester (lesen) ......... ein Buch.
A
lest
B
lies
C
liest
D
leest
Slide 25 - Quizvraag
Du ......... mir ein Geschenk.
A
gebst
B
gibst
C
gibt
Slide 26 - Quizvraag
Meine Tante ........... uns mit.
A
nimmt
B
nihmt
C
nehmt
D
nimt
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3h - K3 - Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
Januari 2023
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
Oktober 2022
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
19 dagen geleden
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
Mei 2022
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
56COM: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
September 2024
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
3 dagen geleden
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
April 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel_Woensdag
Maart 2024
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3