4H(vrijdag)

Hey KANJERS!
  • Grammar:
  • -Present perfect&perfect continuous
    -Present perfect with "for"and "since"
  • Quizzzz
  • Herhaling: Present simple&Present continuous
  • Act it out: Rollenspel
  • Leerlingen/Kanjers van de week
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hey KANJERS!
  • Grammar:
  • -Present perfect&perfect continuous
    -Present perfect with "for"and "since"
  • Quizzzz
  • Herhaling: Present simple&Present continuous
  • Act it out: Rollenspel
  • Leerlingen/Kanjers van de week

Slide 1 - Tekstslide

Present perfect vs Present perfect continuous

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect and present perfect continuous

Slide 3 - Tekstslide

Fyne Jas = signaalwoorden Present perfect
For 
Yet
Never
 Ever 
Just 
Already 
Since 
(Iets is nog steeds zo)

Slide 4 - Tekstslide

"for" en "since"bij present pefect
For gebruik je om een tijdsduur aan te geven, dus hoe lang iets al aan de gang is.
Voorbeelden:
"I have lived here for 5 years."
"She has worked at the company for two months."

Since gebruik je om een specifiek startpunt in het verleden aan te geven, dus vanaf wanneer iets begon.
Voorbeelden:
"I have lived here since 2018."
"She has worked at the company since January."

Slide 5 - Tekstslide

Trucje om te onthouden
  • Gebruik for bij een periode (zoals: 2 weken, 3 jaar).
  • Gebruik since bij een specifiek moment (zoals: 2018, maandag).

Slide 6 - Tekstslide

Vul in het juiste vorm: Present perfect&Present perfect continuous
1. I don't know what time it is; my watch ______ (stop).

Slide 7 - Open vraag

2. How long ______ (you be) a fire-fighter?

Slide 8 - Open vraag

3. I ______ (look) for you since 7 o'clock. - Where ______ (you be)?

Slide 9 - Open vraag

4. The government ______ (announce) new laws to fight unemployment.

Slide 10 - Open vraag

5. I ______ (be) to many countries in Europe, but I ______ (never visit) Poland.

Slide 11 - Open vraag

6.Jane ______ (not eat) any meat since she was six.

Slide 12 - Open vraag

7.We ______ (sell) tickets for the concert since March.

Slide 13 - Open vraag

8. ______ (you hear) the news about the earthquake?

Slide 14 - Open vraag

9. How long ______ (you stand) in this queue?

Slide 15 - Open vraag

10. They must be so tired. They ______ (repair) the car the whole morning.

Slide 16 - Open vraag

Herhaling Present simple&Present continuous
--Present Simple: Gebruik je voor gewoontes, feiten en zaken die regelmatig gebeuren.
Bijvoorbeeld: “I eat breakfast every day.” "The sun rises in the east."

--Present Continuous: Gebruik je voor acties die op dit moment plaatsvinden.
Bijvoorbeeld: “I am eating breakfast right now.” "She is reading a very interesting book right now."

Slide 17 - Tekstslide

  • Denk na over een voorbeeld uit je eigen leven waarbij je elke tijd(present simple&present continuous) zou gebruiken.
  • Deel je voorbeeld met de klas.

Slide 18 - Tekstslide

Act it out: Rollenspel

  • Werk samen met je groep om een kort gesprek van minstens vier zinnen te maken (twee in Present Simple en twee in Present Continuous).
  • Wissel elk twee keer af, zodat beide leerlingen beide tijden gebruiken.
  • Gebruik het gesprek om jullie situatie uit te beelden en wees bereid om het gesprek voor de klas te presenteren.
  • Terwijl jullie het gesprek voordragen, probeert de klas de gebruikte tijden te herkennen.

Slide 19 - Tekstslide

Situaties voor je gesprek
1. In de supermarkt:
--Gebruik Present Simple om te zeggen wat je vaak koopt (“I always buy apples here”).
--Gebruik Present Continuous om te vertellen wat je op dat moment doet (“I am looking for the cereal aisle right now”).

2. Op school:
-Gebruik Present Simple om te vertellen over een gewone activiteit (“He studies in the library every day”).
-Gebruik Present Continuous voor wat je op dat moment aan het doen bent (“I am waiting for the bell to ring”).

3. Op het station:
-Gebruik Present Simple om over gewoontes te praten (“She takes the train every morning”).
-Gebruik Present Continuous om te beschrijven wat er nu gebeurt (“The train is arriving at the platform”).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link