Chapitre 1 herhalenww-re en bijvnw

Bienvenue!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 2 - Tekstslide

Programme
  • Wat hebben we allemaal behandeld?

Doel van vandaag:
  • herhalen chapitre 1
  • faire bilan chapitre 1

Slide 3 - Tekstslide

werkwoorden op -re
Répondre
Je reponds            Nous répondons
Tu réponds            Vous répondez 
Il/elle répond        ils/elles répondent

Slide 4 - Tekstslide

Passé composé
Répondre
-re
+ u
J'ai répondu

Slide 5 - Tekstslide

Faire à papier (je, tu, ... + PC):
entendre (horen)
perdre (verliezen)
attendre (wachten)
vendre (verkopen)

Slide 6 - Tekstslide

Combine les verbes!
attendre
entendre
perdre
rendre
répondre
vendre
antwoorden
horen
teruggeven
verliezen
verkopen
wachten

Slide 7 - Sleepvraag

Kies de goede vorm van het ww.
Elle (attendre, présent) ses parents.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendent

Slide 8 - Quizvraag

Kies de goede vorm van het ww.
Nous (répondre, présent) au mail.
A
réponds
B
réponds
C
répondons
D
répondez

Slide 9 - Quizvraag

Kies de goede vorm van het ww.
Les enfants (perdre, présent) le match.
A
perds
B
perd
C
perdez
D
perdent

Slide 10 - Quizvraag

Zet in de juiste vorm.
Tu (répondre, passé composé)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De uitgangen
PETIT              PETITS                  PETITE            PETITES

Slide 14 - Tekstslide

Uitgangen
MNL enk:  ---; mon petit frère
VRL enk: --e; ma petite soeur
MNL mv: --s; mes petits frères
VRL MV: --es; mes petites soeurs

Bij woorden eindigend op een --e, komt er geen "e" bij.
C'est un magasin moderne / C'est une ville moderne 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Uitgangen met een s of x (MNL)
MNL enk:  ---; mon chien est gros (NIETS ERACHTER)
MNL mv: --e; mes chiens sont gros (NIETS)
MNL enk: --s; mon pull est vieux  (NIETS)
MNL mv: --es; mon pulls sont vieux (NIETS)

Bij woorden eindigend op een --e, komt er geen "e" bij.
C'est un magasin moderne / C'est une ville moderne 

Slide 17 - Tekstslide

Uitgang eau, mnl mv -> eaux
Mon t-shirt est beau
Mes t-shirts sont beaux

Mon pull est nouveau
Mes pulls sont nouveaux

Slide 18 - Tekstslide

Uitgang F -> VE (vrl enk)
Julien est sportif
Julia est sportive



Slide 19 - Tekstslide

Uitgang -X -> -SE (VRL ENKV)
Luc est heureux
Juliette est heureuse


Slide 20 - Tekstslide

Uitgangen --ON / IEN / EUX / IER
MNL ENKV:    BON.           ITALIEN.             AMOUREUX.       DERNIER
MNL MV:         BONS.        ITALIENS           AMOUREUX.        DERNIERS
VRL ENK:        BONNE.     ITALIENNE        AMOUREUSE.     DERNIÈRE
VRL MV:          BONNES.   ITALIENNES     AMOUREUSES.  DERNIÈRES

Slide 21 - Tekstslide

Uitzonderingen
Nieuw: nouveau(x) /nouvelle(s)  
Oud: vieux / vieille(s)
Lang: long(s) / longue(s)
Wit: blanc(s) / blanche(s)
Mooi: beau(x) / belle(s)
Dik: gros / grosse(s)
Uit je hoofd leren!

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het BN?
Anna et Chantal sont ....
A
nerveux
B
nerveuse
C
nerveuses

Slide 23 - Quizvraag

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marianne est une fille très ...
A
sportif
B
sportive
C
sportives
D
sportife

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Ces garçons sont...
A
naïf
B
naïve
C
naïfs
D
naïves

Slide 25 - Quizvraag

AU TRAVAIL

Faire: (proeftoets) Bilan chapitre 1



Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Komt het bijvoeglijk naamwoord VOOR of ACHTER het zelfstandig naamwoord?

(français) Tu connais Gims? C'est un .........chanteur .......

A
un chanteur français
B
un français chanteur

Slide 28 - Quizvraag

Komt het bijvoeglijk naamwoord VOOR of ACHTER het zelfstandig naamwoord?

(noirs) Il a les ...............cheveux ...............

A
Les noirs cheveux
B
les cheveux noirs

Slide 29 - Quizvraag

Komt het bijvoeglijk naamwoord VOOR of ACHTER het zelfstandig naamwoord?

(belles) Il dit souvent des ............choses(v) .................
A
des belles choses
B
des choses belles

Slide 30 - Quizvraag

Komt het bijvoeglijk naamwoord VOOR of ACHTER het zelfstandig naamwoord?

(premier) Il a sorti son ............. album.................
A
son album premier
B
son premier album

Slide 31 - Quizvraag

(wit) une.... page......

Slide 32 - Open vraag

(nieuw)
un..... jean......

Slide 33 - Open vraag

(knap)une....actrice.......

Slide 34 - Open vraag

HOE ZEG JE IN HET FRANS?
een kleine actrice

Slide 35 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Slide 36 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......


Slide 37 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......



Slide 38 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(nouveau) Une ... voiture ....


Slide 39 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une .... femme ......


Slide 40 - Open vraag