Mavo 3 fictie lesje 1

Lesdoel
Aan het einde van de les:
  1. Weet je wat het woord Fictie betekent
  2. Ken je verschillende verhaalsoorten
  3. Weet je wat pictogrammen zijn
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Aan het einde van de les:
  1. Weet je wat het woord Fictie betekent
  2. Ken je verschillende verhaalsoorten
  3. Weet je wat pictogrammen zijn

Slide 1 - Tekstslide

Door wie werd jij vroeger wel eens voorgelezen?

Slide 2 - Woordweb

Uit welke boeken werd jij voorgelezen?

Slide 3 - Woordweb

Fictie
Het woord fictie betekent een verzonnen verhaal. Het verhaal is dus niet echt gebeurd. De schrijver heeft het verhaal zelf bedacht. Hij heeft zijn fantasie gebruikt.
Geschreven verhalen, getekende verhalen, gespeelde verhalen.

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag!
Pak een schriftje en een pen. Beschrijf wat je hebt gedaan vanaf het moment dat je vanochtend wakker werd tot nu. Je moet tussen de 50 en de 100 woorden gebruiken.

Straks heb je dit verhaaltje nodig voor een vervolgopdracht.
Werk netjes, maak mooie zinnen en gebruik hoofdletters en leestekens.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Het gaat bij fictie niet alleen maar om boeken. Er zijn veel meer vormen van fictie. De bekendste zijn:
strips; getekend verhaal
gedichten; geschreven
televisieseries; gespeeld verhaal
toneelstukken; gespeeld verhaal
films; gespeeld verhaal

Slide 6 - Tekstslide

Verhaalsoorten
Er zijn veel verschillende verhaalsoorten. Een verhaalsoort noem je ook wel een genre. Elk genre, elke verhaalsoort heeft zijn eigen kenmerken. Een paar voorbeelden:
Een griezelverhaal gaat over enge dingen en heeft een dreigende sfeer. Er komen vaak monsters en griezelige personen in voor.
Een historisch verhaal gaat over gebeurtenissen en mensen uit het verleden.
Een hier-en-nu verhaal gaat over mensen die in onze tijd leven en over gebeurtenissen die in onze tijd kunnen plaatsvinden.
In een dierenverhaal spelen een of meerdere dieren de hoofdrol.

Slide 7 - Tekstslide

Pictogram
 Op de rug (de smalle zijkant) van het boek staat meestal een tekening. Zo’n tekening heet een pictogram. Elke verhaalsoort heeft zijn eigen pictogram. Het pictogram helpt je om snel een boek te kiezen uit een verhaalsoort die je leuk vindt.

Slide 8 - Tekstslide

Pictogrammen

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
1. Kies een genre.
2. Herschrijf het verhaaltje van wat jij vanochtend gedaan hebt zodat het verhaal duidelijk past in jouw gekozen genre.
3. Werk netjes, maak mooie zinnen en gebruik hoofdletters en leestekens. 
4. Je levert je werk in. Het beste werk gebruik ik volgende week als voorbeeld.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide