Burgemeester: verantwoordelijk voor openbare orde (rust). Overlegt veel met politiecommissaris en OM (Driehoeksoverleg)
Slide 7 - Tekstslide
Politieke stromingen en criminaliteit
Liberalen: nadruk op veiligheid en eigen verantwoordelijkheid. Willen zware straffen voor misdrijven (repressief beleid = onderdrukken criminaliteit)
Christendemocraten: Nadruk op rol van de maatschappij. Ouders, leraren, sportclubs en andere verenigingen heel belangrijk in voorkomen criminaliteit (Bindingstheorie)
Sociaaldemocraten: Nadruk op de rol overheid en maatschappelijke oorzaken. Slechte omstandigheden leiden tot criminaliteit. Veel nadruk op preventie = voorkomen van misdaad
Slide 8 - Tekstslide
Dilemma's en criminaliteit
Effectiviteit vs. Wenselijkheid: Kies je voor beleid dat het beste werkt (effectiviteit) of het beleid waar je het mee eens bent (wenselijkheid). Bijv. Met meer camera's pak je meer criminelen, maar heb je ook minder privacy
Repressie vs. Preventie: Ga je vooral criminaliteit hard aanpakken/onderdrukken (repressie) of proberen te voorkomen (preventie)
Slide 9 - Tekstslide
Overheidsinstanties hebben verschillende taken in de criminaliteitsbestrijding. Welke taak van welke overheidsinstantie is te herkennen in tekst 9?
A
De gemeenteraad bepaalt op lokaal niveau wat strafbaar gedrag is
B
De politie voert de taak rechtshandhaving uit.
C
Het driehoeksoverleg mag besluiten nemen over veiligheid op lokaal
niveau.
D
Het openbaar ministerie spoort strafbaar gedrag op.
Slide 10 - Quizvraag
Opdracht (15 min.)
Maak vragen H9 vr. 13, 16 en 17
Vul de begrippenlijst H9 in.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht (5 min.)
Lees op blz. 78 en 79 de stappen door van een rechtszitting en de verschillende vragen die een rechter zichzelf moet stellen voor het geven van een Vonnis.
Jullie krijgen allemaal een rol:
Leerlingen met een achternaam beginnend op een A t/m G: Getuigen
Leerlingen met een achternaam beginnend op een H t/m K: Officier van Justitie
Leerlingen met een achternaam beginnend op een L t/m R: Advocaat
Leerlingen met een achternaam beginnend op een S t/m T: Verdachte
Leerlingen met een achternaam beginnend op een U t/m Z: Slachtoffer
Bedenk bij welke stap jij een bijdrage moet leveren.
Bedenkt wat jij zou zeggen als een van de verdachte is betrapt op spieken.