7. De sociale kwestie

De sociale kwestie
Les 7: Hoe gaan we om met de arbeiders?
Context het Britse Rijk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De sociale kwestie
Les 7: Hoe gaan we om met de arbeiders?
Context het Britse Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deelvraag 3: Invloed koloniën op sociaal-economische ontwikkelingen
  • Vorige les: start Industriële Revolutie
  • Deze les
Leefomstandigheden van de arbeiders
Engeland als werkplaats van de wereld
Concurrentie van andere landen

Slide 2 - Tekstslide

Fabriekseigenaren willen meer macht
  • Grootgrondbezitters hebben nog de meeste macht in Engeland: plattelandsgebieden hadden veel stemmen in het parlement
  • Hierdoor kunnen fabriekseigenaren weinig veranderingen doorvoeren
  • Reform Bill (1832): kiesdistricten worden opnieuw ingedeeld -> industriesteden krijgen meer stemmen in het parlement
    -> Economisch liberalisme steeds meer in praktijk gebracht

Slide 3 - Tekstslide

Arbeiders in slechte omstandigheden
  • Liberalisme: zo min mogelijk regels -> beste omstandigheden
  • Geen minimumloon & veel arbeiders -> lage lonen
  • Geen regels -> lange werkdagen, onveilige situaties & kinderarbeid
  • Steden groeiden snel -> vaak ongezonde huizen zonder riool
  • Steeds meer twijfel: leidt liberalisme wel tot beste omstandigheden?

Slide 4 - Tekstslide

Meer macht voor arbeiders
  • Factory Acts (1833): jongste kinderen mogen "nog maar" 8 uur per dag en niet meer in de nacht werken, en moeten onderwijs krijgen
  • Ook langzaam andere sociale wetten voor arbeiders (bijv. voor ziekte)
  • Vakbonden: verenigingen van arbeiders die onderhandelen over betere lonen en werkomstandigheden
  • Stakingen om betere omstandigheden te eisen

Slide 5 - Tekstslide

Fabriek van Robert Owen
  • Owen had een grote katoenweverij met 1500-2000 arbeiders
  • Als een van de weinige fabriekseigenaren: omstandigheden verbeteren: werkdag verkort tot 10 uur, geen kinderen onder de 10, ziekenfonds, betere woningen voor arbeiders en maakt scholen voor arbeiderskinderen
  • Owen pleit in het parlement voor vergaande arbeidswetgeving
  • Hij wordt gezien als de grondlegger van het Britse socialisme

Slide 6 - Tekstslide

Engeland: werkplaats van de wereld
  • Steeds meer investeringen in Engeland en in de koloniën -> banken in Engeland worden steeds groter
  • Wereldtentoonstelling 1851: laten zien dat Engeland boven iedereen staat: voornamelijk industrie laten zien
  • Engeland krijgt steeds meer aanzien

Slide 7 - Tekstslide

Wereldtentoonstelling (1851) in Crystal Palace

Slide 8 - Tekstslide

Concurrentie & koloniën
  • Rond 1870: Engeland krijgt steeds meer concurrentie van de VS en Duitsland
  • Engeland gaat nog meer uitbreiden: grote delen van Afrika gekoloniseerd na de Conferentie van Berlijn (1884-1885)
  • 1900: Engeland heerst over een kwart van de wereldbevolking

Slide 9 - Tekstslide

Europese regeringsleiders bespreken de verdeling van Afrika op de conferentie van Berlijn. Op de achtergrond een grote kaart van het Afrikaanse continent met de nieuwe landsgrenzen.

Slide 10 - Tekstslide

Afrika vóór en na de conferentie van Berlijn (1884-1885). Engeland en Frankrijk hebben de grootste gebieden.

Slide 11 - Tekstslide

Het Engelse rijk rond 1900

Slide 12 - Tekstslide

Volgende les
  • Eerste helft opdrachten context, tweede helft PO
  • Voorbereiding: maak opdracht  5 + 6  (werkboek bladzijde 176)
  • Neem je tekstboek en werkboek mee naar de les!

Slide 13 - Tekstslide