Deelvraag 3: Invloed koloniën op sociaal-economische ontwikkelingen
Vorige les: start Industriële Revolutie
Deze les:
Leefomstandigheden van de arbeiders
Engeland als werkplaats van de wereld
Concurrentie van andere landen
Slide 2 - Tekstslide
Fabriekseigenaren willen meer macht
Grootgrondbezitters hebben nog de meeste macht in Engeland: plattelandsgebieden hadden veel stemmen in het parlement
Hierdoor kunnen fabriekseigenaren weinig veranderingen doorvoeren
Reform Bill (1832): kiesdistricten worden opnieuw ingedeeld -> industriesteden krijgen meer stemmen in het parlement -> Economisch liberalisme steeds meer in praktijk gebracht
Slide 3 - Tekstslide
Arbeiders in slechte omstandigheden
Liberalisme: zo min mogelijk regels -> beste omstandigheden
Geen minimumloon & veel arbeiders -> lage lonen
Geen regels -> lange werkdagen, onveilige situaties & kinderarbeid
Steden groeiden snel -> vaak ongezonde huizen zonder riool
Steeds meer twijfel: leidt liberalisme wel tot beste omstandigheden?
Slide 4 - Tekstslide
Meer macht voor arbeiders
Factory Acts (1833): jongste kinderen mogen "nog maar" 8 uur per dag en niet meer in de nacht werken, en moeten onderwijs krijgen
Ook langzaam andere sociale wetten voor arbeiders (bijv. voor ziekte)
Vakbonden: verenigingen van arbeiders die onderhandelen over betere lonen en werkomstandigheden
Stakingen om betere omstandigheden te eisen
Slide 5 - Tekstslide
Fabriek van Robert Owen
Owen had een grote katoenweverij met 1500-2000 arbeiders
Als een van de weinige fabriekseigenaren: omstandigheden verbeteren: werkdag verkort tot 10 uur, geen kinderen onder de 10, ziekenfonds, betere woningen voor arbeiders en maakt scholen voor arbeiderskinderen
Owen pleit in het parlement voor vergaande arbeidswetgeving
Hij wordt gezien als de grondlegger van het Britse socialisme
Slide 6 - Tekstslide
Engeland: werkplaats van de wereld
Steeds meer investeringen in Engeland en in de koloniën -> banken in Engeland worden steeds groter
Wereldtentoonstelling1851: laten zien dat Engeland boven iedereen staat: voornamelijk industrie laten zien
Engeland krijgt steeds meer aanzien
Slide 7 - Tekstslide
Wereldtentoonstelling (1851) in Crystal Palace
Slide 8 - Tekstslide
Concurrentie & koloniën
Rond 1870: Engeland krijgt steeds meer concurrentie van de VS en Duitsland
Engeland gaat nog meer uitbreiden: grote delen van Afrika gekoloniseerd na de Conferentie van Berlijn (1884-1885)
1900: Engeland heerst over een kwart van de wereldbevolking
Slide 9 - Tekstslide
Europese regeringsleiders bespreken de verdeling van Afrika op de conferentie van Berlijn. Op de achtergrond een grote kaart van het Afrikaanse continent met de nieuwe landsgrenzen.
Slide 10 - Tekstslide
Afrika vóór en na de conferentie van Berlijn (1884-1885). Engeland en Frankrijk hebben de grootste gebieden.
Slide 11 - Tekstslide
Het Engelse rijk rond 1900
Slide 12 - Tekstslide
Volgende les
Eerste helft opdrachten context, tweede helft PO
Voorbereiding: maak opdracht 5 + 6 (werkboek bladzijde 176)