1C - P1 - week 5 - les 1 - Grammatica H6 BV

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom / Dagopening
- Stillezen
- Grammatica uitleg
- Aan de slag!


Doel:
- Je benoemt welke regels er zijn wat betreft het maken van meervouden
- Je kunt van de meeste woorden het meervoud schrijven
- Je kent de woorden van woordenschat
- Je kunt lidwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijv. naamwoorden benoemen

Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
15:00
Leg ondertussen je boeken op tafel neer. 

Slide 3 - Tekstslide

Mensen, dieren, dingen, plaatsen
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord - de, het, een
Komen voor een ZN, vormen samen een woordgroep.

de (bepaald) - hoort bij mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden
het (bepaald) - hoort bij onzijdige zelfstandig naamwoorden
een (onbepaald) - hoort bij onzijdige, mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden 

Slide 4 - Tekstslide

Dit is een ..... eend

Slide 5 - Open vraag

Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Staat er vaak voor, maar soms ook achter.

bijv.  Het kleine meisje - het meisje is klein
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het BN in deze zin?
Het kleine huis op de prairie valt bijna uit elkaar.
A
Het
B
kleine
C
huis
D
bijna

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het BN in deze zin?
In mijn broodtrommel zit een kleffe boterham.
A
in
B
mijn
C
kleffe
D
boterham

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het BN in deze zin?
In dit stoffen mondkapje voel ik me heel mooi
A
dit
B
stoffen
C
mondkapje
D
heel

Slide 9 - Quizvraag

Zegt iets over het materiaal waarvan het ZN gemaakt is

bijv.  het glazen beeldje, de stenen muur

Schrijfwijze: 
Dit eindigt (bijna) altijd op - en
uitzondering: het plastic bakje (leenwoorden)
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Welk BN is een stoffelijk BN?
A
lelijk
B
stoffen
C
blauwe
D
knappe

Slide 11 - Quizvraag

Welk BN is een stoffelijk BN?
A
glazen
B
papieren
C
plastic
D
houten

Slide 12 - Quizvraag

Noem één ding dat je geleerd hebt tijdens deze les

Slide 13 - Open vraag


Wat heb je nodig:
Boek (pagina 16 en 17 ) 
Schrift + pen

Wat ga je doen:
- Maak opdracht 1 t/m 5

Je schrijft de antwoorden (zo netjes mogelijk) in je schrift. 
- Zet boven je antwoorden eerst bij welk hoofdstuk ze horen.



Aan de slag:

Slide 14 - Tekstslide

-  Leesboek meenemen 

- Je leert de theorie over het bijvoeglijk naamwoord
- Je maakt opdracht 1 t/m 5 van H6

Tot dan!
Volgende les: 

Slide 15 - Tekstslide