Tarea 1, P2 (4-12)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la clase de español!

     Hoy es...

         

                  

¿Qué hacemos hoy?

Primera hora..

Primera hora:

• ¿Qué hemos hecho? (5)
•  Nuestro objetivo (5)
  
•  Recordatorio (10)
  
•  Tarea 1 (20)
•  Evaluación (5) 
  

Tercera hora...

Tercera hora:   

• Nuestro objetivo (5)
• Instrucción (5)
  
• Practicar (20)
• Hablar (10)
• Evaluación (5)
  

Segunda hora...

Segunda hora:   

• Nuestro objetivo (5)
• Estudiar (5)
• ¿Quién es..? (10)
• Practicar (20)
  
• Evaluación (5)

¿Qué hemos hecho?

Nuestro objetivo

¡muy bien!

De eerste die kan vertellen welke leerdoelen er deze week behandeld worden krijgt een ¡muy bien! stempel.

Recordatorio

Je vraagt

¿Cúal es tu deporte favorito?

* Wat is jouw favoriete sport?

¿Cuál es tu animal favorito?

* Wat is jouw favoriete dier?

¿Cuál es tu comida favorita?

* Wat is jouw favoriete eten?

Je zegt

Mi deporte favorito es..

* Mijn favoriete sport is..

Mi animal favorito es..

*  Mijn favoriete dier is..

Mi comida favorita es..

*  Mijn favoriete eten is..

Wat is de juiste vertaling van:

Mijn favoriete nummer is 9.

1. Mi favorito numero es nueve.
2. Mi número favorito es nueve.
3. Mi número favorita es nueve.
4. Mi favorieto numbro es nuebe.

Vul het ontbrekende woord in:

* Mi asignatura………...es el español.

Vertaling

Mijn favoriete schoolvak is Spaans.

Vul het ontbrekende woord in:

* Mi libro………...es Cien Años de Soledad.

Vertaling

Mijn favoriete boek is 100 jaar eenzaamheid.

Reageer op:

¿Cuál es tu número favorito?

¡Practicar!

• ¿Qué? Hacer tarea 1

• ¿Cómo? En grupos

• ¿Tiempo? 25 minutos

Tot nu toe beheers ik de lesstof op het niveau...

1. onvoldoende
2. beginner
3. gevorderd
4. expert

Benoem wat je tot nu toe hebt geleerd.

Nuestro objetivo

¡muy bien!

De eerste die kan vertellen welke leerdoelen er deze week behandeld worden krijgt een ¡muy bien! stempel.

Estudiar

• ¿Qué? Bijvoeglijke nw. en meervoud

• ¿Cómo? Sólo

• ¿Tiempo? 5 minutos

Mi casa "pág. 16, 17, 18"

¿Quién es el/la profesor/a?

• ¿Qué? Jij bent zo de docent, bereidt de uitleg voor.

• ¿Cómo? En grupos

• ¿Tiempo? 10 minutos

• 1) Geef korte uitleg
• 2) Bedenk een opdracht voor de klas
• 3) Klaar? Werk verder aan tarea 1!
  

¡Practicar!

• ¿Qué? Hacer tarea 1.5

• ¿Cómo? En grupos

• ¿Listo? Seguir con la tarea 1. 

Tot nu toe beheers ik de lesstof op het niveau...

1. onvoldoende
2. beginner
3. gevorderd
4. expert

Wat ik nog graag wil leren is....

Nuestro objetivo

¡muy bien!

De eerste die kan vertellen welke leerdoelen er deze week behandeld worden krijgt een ¡muy bien! stempel.

Instrucción

• ¿Qué? Las opiniones

• ¿Cómo? Con toda la clase

• ¿Tiempo? 5 minutos

¡Practicar!

• ¿Qué? Hacer tarea 1.6, 1.7

• ¿Cómo? En grupos

• ¿Tiempo? 20 minutos

¡Hablar

• ¡Vamos a habar! Vraag aan 4 medeleerlingen 3 dingen die ze leuk vinden.  De ander reageert met een mening!

• Vertel aan de groep wat je klasgenoten leuk vinden.

* Tú: ¿Cuál es tu comida favorita?

* Thijs: ¡Creo que la comida es fantástica!

Vul jouw reflectie in!

Pak je leefboek en vul in of jij jouw leerdoel al beheerst!

Benoem 1 ding wat je tot nu toe hebt geleerd

Fin de la clase...

• ¿Preguntas?

• Wat ging goed?

• Wat kan verbeteren?
  
  

Volgende les?

* ¿Qué? 

- Tarea 1

* ¿Preparar? 

- Leren woordenschat en grammatica  1.4/ 1.5/ 1.6

Leefboek

• Vul in wat je hebt gedaan en waar je bent gebleven!

¿Qué tal la clase?

¡Vamos a cantar!

¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡¡...............................!!!!!!!!!!!!!!!!!!