M1 - periode 3 - les 8 - herh ontkenning & nieuwe woorden

Bij de 2e bel op je tafel:
ton livre     *     ton cahier   *   tes stylos
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bij de 2e bel op je tafel:
ton livre     *     ton cahier   *   tes stylos

Slide 1 - Tekstslide

En wat waren ook alweer de afspraken?
 
- geen telefoon, oortjes uit
- boek, schrift, pennen, oortjes mee
- niet door elkaar praten, vinger opsteken

Fouten maken mag / moet!

Midden voor het bord = aandacht

les règles du jeu

spelregels

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les parents de Pierre ont trois enfants, Paul et Bill. 

Quel est le nom du troisième enfant ?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bienvenue!
Unité 3:

Après les cours

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zinnen oefenen
Qu'est-ce qu'on va faire?

  1. zinnen maken
  2. nieuwe woorden  
             


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de goede volgorde
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de goede volgorde
Le chien est grand.

Je regarde la télé.

Tu habites à Naarden.

Mon frère aime le tennis.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout en verbeter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout en verbeter


Tu habite à Naarden.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout en verbeter


Tu habites à Naarden.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ne
pas
werk- woord

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen ontkennend.
Le chien est grand.

Je regarde la télé.

Tu habites à Naarden.

Mon frère aime le tennis.
timer
8:00
stap 1: onderstreep het werkwoord

stap 2: ne ......(werkwoord).... pas

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen ontkennend.
Le chien n'est pas grand.

Je regarde la télé.

Tu habites à Naarden.

Mon frère aime le tennis.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen ontkennend.
Le chien n'est pas grand.

Je ne regarde pas la télé.

Tu habites à Naarden.

Mon frère aime le tennis.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen ontkennend.
Le chien n'est pas grand.

Je ne regarde pas la télé.

Tu n'habites pas à Naarden.

Mon frère aime le tennis.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen ontkennend.
Le chien n'est pas grand.

Je ne regarde pas la télé.

Tu n'habites pas à Naarden.

Mon frère n'aime pas le tennis.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toetsstof

  • woorden: zie Classroom (komt nog iets bij)
  • Apprende 3: werkwoorden op '-er' 
  • Apprendre 5: ontkenning (ne....pas)

    Je moet zinnen kunnen maken!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEREN: deel van apprendre 1, 2, 4, 6, 8

Zie Classroom: 
--> woorden die je moet kennen voor de toets

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies