In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 85 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Herhaling
Cultuur en subcultuur
Uitleg opdracht
Bezig met opdracht
Slide 2 - Tekstslide
Evolutietheorie bestaat uit 3 delen
A
Transformatie, differentiatie, selectie
B
Selectie, variatie, transmissie
C
Overerven, diversiteit, transmissie
D
Variatie, selectie, diveristeit
Slide 3 - Quizvraag
Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met dezelfde normen en waarde
B
Een samenleving
C
Alles wat geen natuur is
D
Tradities, gebruiken, normen en waarden
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van de dominante cultuur in Nederland?
A
Sinterklaas
B
Frikandel
C
Halloween
D
Fierljeppen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een subcultuur?
A
Persoonlijke overtuigingen, normen en waarden
B
Gebruiken die typisch zijn voor één groep
C
Tradities specifiek voor één groep
D
Kleine groep mensen met gemeenschappelijke cultuur
Slide 6 - Quizvraag
Cultuur
Wat is cultuur?
En subcultuur?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
00:38
In je hoofd
Waarden: jouw idealen, wat je waardeert
Opvattingen: waardensysteem
Voorstellingen: beelden, ideeën, verhalen
Kortom: de betekenissen die mensen geven aan wat ze om zich heen zien.
Slide 9 - Tekstslide
00:49
Materiele aspecten
Monumenten
Producten en gebruiksvoorwerpen
Kunst
Slide 10 - Tekstslide
01:08
Gedrag
Normen
Instituties
Slide 11 - Tekstslide
00:49
Uitdrukkingsvormen
Symbolen
Uiterlijk/ haar
Taal
Slide 12 - Tekstslide
00:49
Wat je ziet
Uitdrukkingsvormen
Materiele aspecten
Slide 13 - Tekstslide
Dominante cultuur
Subcultuur
Slide 14 - Sleepvraag
In de video noemen ze nog een tussencultuur (hoef je niet te kennen) en tegencultuur
Tegencultuur gaat tegen de huidige cultuur in
Slide 15 - Tekstslide
Tegencultuur
Slide 16 - Tekstslide
Kun je nog een voorbeeld van een tegencultuur noemen?
Slide 17 - Open vraag
Uitleg opdracht
Slide 18 - Tekstslide
Stap 1
Kies een subcultuur waar jij onderdeel van bent
Omschrijf deze
Noem één specifiek gebruik, uniek voor die subcultuur
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld
Ik was lid van een studentenvereniging. Dat is een subcultuur.
Bij deze vereniging hadden we unieke regels (normen en waarden), bijvoorbeeld mannen dragen jasje-dasje
Slide 20 - Tekstslide
Van welke subculturen ben jij onderdeel?
Slide 21 - Woordweb
Stap 2
Cultuur is tijdsgebonden
Hoe was het gebruik in stap één vroeger? Dit ga je vergelijken
Slide 22 - Tekstslide
Voorbeeld
Vroeger was het heel normaal dat mannen jasje-dasje droegen. Dat dit bij de studentenvereniging nog zo is, komt omdat dit een traditionele vereniging is; zij zijn graag "ouderwets"
Slide 23 - Tekstslide
Schrijf een gebruik op wat vroeger heel erg anders was
Slide 24 - Open vraag
Stap 3
Cultuur is plaatsgebonden
Hoe is het gebruik in stap één ergens anders op de wereld (of in Nederland)?
Slide 25 - Tekstslide
Voorbeeld
Op studentenverenigingen (fraternities) in USA hoeven mannen niet altijd jasje-dasje te dragen, enkel bij speciale gelegenheden.
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf een gebruik op wat ergens op de wereld heel anders is
Slide 27 - Open vraag
Tip
Zoek goed op google, en noteer de websites die je gebruikt voor je bronnenlijst
Slide 28 - Tekstslide
Stap 4
Conclusie schrijven
Geef antwoord op de vraag "wat is er bijzonder aan de mens?"
Dat doe je door:
Slide 29 - Tekstslide
Stap 4
Korte samenvatting van verschillen en overeenkomsten die je gevonden hebt
Leg ook uit waarom cultuur uniek is voor mensen. Gebruik hierbij ook de theorieën van vorige week
Slide 30 - Tekstslide
Evaluatie
Vergeet niet om ook een korte evaluatie te schrijven
Wat vond je van de opdracht, ging het goed, wat heb je geleerd, wat kon beter