Toets H4 HAVO D

PW H4
4.1 t/m 4.4

Telt als II-cijfer.

Succes!!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

PW H4
4.1 t/m 4.4

Telt als II-cijfer.

Succes!!

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitspraak past bij de Tijd van monniken en ridders?
A
Het was veel veiliger dan in de tijd van het Romeinse Rijk.
B
Na het Romeinse Rijk brak er een strijd uit om de macht. Uiteindelijk werd het Frankische volk het sterkst.
C
Na de val van het West-Romeinse Rijk voerden de Romeinen oorlog met de Franken.
D
De meeste mensen gingen in steden wonen. Daardoor werden de steden groter.

Slide 2 - Quizvraag

Welk geloof hadden alle mensen in de middeleeuwen in West-Europa?
A
Protestant (Christendom)
B
Islam
C
Jodendom
D
Katholiek (christendom)

Slide 3 - Quizvraag

Geef een volledige omschrijving van de volgende begrip:

'Hofmeier'

Slide 4 - Open vraag

Geef een volledige omschrijving van de volgende begrip:

'Jihad'

Slide 5 - Open vraag

Geef een volledige omschrijving van de volgende begrip:

'Abt'

Slide 6 - Open vraag

Zet in juiste volgorde:
Slag bij Poitiers
Val West-Romeinse Rijk. 
Karel de Grote wordt tot keizer gekroond. 
 Hedsja en het begin van Islamitische jaartelling. 
Koning Clovis wordt gedoopt. 

Slide 7 - Sleepvraag

Welk begrip past het beste bij de volgende betekenis.

‘Vooral in de vijfde en zesde eeuw trokken hele volken door Europa op zoek naar buit en nieuwe vestigingsgebieden.’
A
West-Romeinse rijk
B
Landbouwstedelijke samenleving
C
Volksverhuizingen
D
Geestelijken

Slide 8 - Quizvraag

Geef aan of de volgende bewering juist of onjuist is.
Leg uit waarom de onjuiste bewering niet kloppen.
Juiste beweringen hoef je niet uit te leggen!!!

Bewering: 'Een verhaal dat steeds doorverteld is, is een betrouwbare bron.'

Slide 9 - Open vraag

Geef aan of de volgende bewering juist of onjuist is.
Leg uit waarom de onjuiste bewering niet kloppen.
Juiste beweringen hoef je niet uit te leggen.

Bewering:
'Het rijk van de Merovingen verzwakte door de verdeling van het gebied onder de zonen van Clovis.'

Slide 10 - Open vraag

Geef aan of de volgende bewering juist of onjuist is.
Leg uit waarom de onjuiste bewering niet kloppen.
Juiste beweringen hoef je niet uit te leggen.

Bewering: 'Bisschoppen, kloosterlingen en priesters behoren tot de geestelijkheid.'

Slide 11 - Open vraag

Koppelen
Rentmeester die de domeinen van de koning beheerde.
Koningsgeslacht van de Franken. De naam is afgeleid van een legendarische Frankische koning.
Geeft grond in leen aan een leenman in ruil voor diensten.
Landgoed dat wordt bewerkt volgens het hofstelsel
Hoofd van een klooster
Systeem waarbij het ene deel van het landgoed direct door de heer wordt gebruikt en de rest wordt verpacht aan horigen. 
Domein
Hofstelsel
Hofmeier
Merovingen
Abt
Leenheer

Slide 12 - Sleepvraag

Lees bron 1.

Is deze bron een primaire of secundaire bron?

Slide 13 - Open vraag

Lees bron 1.
Welke reden wordt in de bron genoemd waarom Clovis zich tot het christendom heeft bekeerd?

Slide 14 - Open vraag

Lees bron 1.


Is de bron betrouwbaar als je kijkt naar de tijd waarin hij geschreven is?
Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

In een poging de Friezen te bekeren reisden Willibrord en Bonifatius af naar het vasteland.

I. Willibrord werd in 754 in Dokkum vermoord.
II. Tegen het jaar 1000 was bijna heel West- Europa gekerstend.

Welke stellingen zijn juist? Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
A
Alleen I is juist.
B
Alleen II is juist.
C
I en II zijn juist.
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 17 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 18 - Sleepvraag

Karel kon niet schrijven. In zijn handtekening tekende hij alleen twee streepjes. 
Sleep het oogje naar de plek van die twee streepjes.

Slide 19 - Sleepvraag

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenstelsel
Leenman
Achterleenman

Slide 20 - Sleepvraag