Hoofdstuk 6 les 1

Wiskunde
Hoofdstuk 6  -  paragraaf 6.1 
Bladzijde 186 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde
Hoofdstuk 6  -  paragraaf 6.1 
Bladzijde 186 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6, je leert...
§6.1 werken met en rekenen in een verhoudingstabel
§6.2 rekenen via 1 in een verhoudingstabel
§6.3 de begrippen procent en percentage en rekenen met handige percentages 
§6.4 een aantal bij een percentage uitrekenen
Test Jezelf
Samenvatting
Oefentoets
Toets


Slide 2 - Tekstslide

Verhoudingstabellen
Doelen:
- je leert werken met verhoudingen 
- je leert rekenen in een verhoudingstabel


Slide 3 - Tekstslide

Een kwartier is 15 minuten,
hoeveel kwartier is dan 45 minuten?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Een kwartier is dus 15 minuten, hoeveel kwartier is 2 uur?
A
4
B
30
C
8
D
120

Slide 5 - Quizvraag

Verhoudingstabel
Om berekeningen met verhoudingen te maken gebruiken we vaak een verhoudingstabel.
Belangrijk om te onthouden: in een verhoudingstabel mogen we alleen delen en vermenigvuldigen !!

Slide 6 - Tekstslide

Verhoudingstabel gebruiken
Bij een verhoudingstabel zetten we pijlen om berekeningen aan te geven. Je ziet in onderstaande verhoudingstabel dat de prijs van 1 appen €2 is.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Verhouding
Ranja krijg je door water te mengen met siroop. Wanneer je 5 delen water mengt met 1 deel siroop zeggen we:
De verhouding water:siroop is 5:1 (zeg 5 staat tot 1)
Belangrijk is het dat alle delen even groot zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Bas mengt ranja in de verhouding 5:1 (water:siroop).
In zijn glas doet hij 2 delen siroop.

Hoeveel delen water moet hij er bij doen?
A
5
B
6
C
8
D
10

Slide 11 - Quizvraag

Een auto verbruikt 10 liter benzine voor 200 kilometer. De verhouding is dan:
A
200 staat tot 10
B
10 staat tot 20
C
10 staat tot 200
D
20 staat tot 10

Slide 12 - Quizvraag

De verhouding 10 staat tot 200 kun je opschrijven als
A
10:200
B
10:20
C
1:200
D
10:2

Slide 13 - Quizvraag

De verhouding 10 : 200 kun je ook schrijven als
A
1:2
B
10:20
C
10:2
D
1:20

Slide 14 - Quizvraag

Op 1 liter benzine rijdt een scooter gemiddeld 25 km. De scooter rijdt gemiddeld 1 op 25. Hoeveel rijdt de scooter gemiddeld op 7 liter benzine?

Slide 15 - Open vraag

Op 1 liter benzine rijdt een scooter gemiddeld 25 km. De scooter rijdt gemiddeld 1 op 25. Hoeveel rijdt de scooter gemiddeld op 45 liter benzine?
A
1125
B
70
C
625
D
20

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk

  • Maken: 6.1, blz. 186 t/m 188
  • Opdracht 1, 3, 4, 6, 7, 8
  • Eerste 5 minuten stil aan het werk



Slide 18 - Tekstslide