Les 5 Waarden

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Les 5

Waarden

Leerdoelen

1. Leerlingen kunnen opschrijven wat zij zelf en twee klasgenoten het belangrijkste van zichzelf vinden.
   
2. Leerlingen kunnen in eigen woorden aangeven wat een waarde is.
   
3. Leerlingen zien in dat de waarden die zij belangrijk vinden van invloed zijn op hun levensbeschouwing.

Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Lees de introductie

Kun jij nog meer waarden bedenken?

Normen en waarden

Vaak wordt ‘normen en waarden’ in een adem genoemd en niet goed onderscheiden. Een waarde is een doel of ideaal dat een mens in zijn leven of dat een samenleving als geheel nastreeft. Waarden beschermen de waardigheid van mensen. Er staan voorbeelden van waarden in het magazine.

Normen zijn de gedragsregels die mensen afleiden uit de door hen gekozen waarden. De regels geven opvattingen weer over wat je wel of niet moet doen, wat je goed of slecht vindt of hoe je je wel of niet hoort te gedragen. Een voorbeeld van normen zijn de schoolregels op jullie school.

Wat wordt er bedoeld met een waarde?

Lees de portretjes van Lars Myrna en Joris

Wat vinden deze jongeren precies belangrijk?

Wat zegt dat over hun kijk op het leven?

Welke waarde vind jij heel belangrijk?

Hoe kan het dat je heel verschillend over waarden kunt denken?

Wat is ook alweer de levensbeschouwelijke bril? 

Wat zegt dit op hun kijk van het leven? 

je kijkt daarmee naar wat mensen denken en geloven, wat hun kijk op het leven is. Sommige mensen geloven in God en gaan naar een kerk of moskee. Ze geloven dat God invloed heeft op hun leven. Anderen geloven in de kracht van mensen. Waarden en levensbeschouwing zijn onderling met elkaar verbonden. 

Welke waarde hoort bij dit verhaal van Semmier?

Semmier: ‘Mijn oma is al heel oud. Zij raakt in de war. Soms weet ze niet meer welke dag het is. Ze kent mij gelukkig nog wel. Ik ga elke week naar mijn oma toe. Dan vertel ik over school of over de familie. Oma is een lieve vrouw. Ik houd echt van haar.’

1. Vertrouwen
2. Liefde
3. Gelijkheid

Welke waarde hoort bij dit verhaal van Karlijn?

Karlijn: ‘Ik zit al lang op zwemmen. Vooral wedstrijden vind ik leuk. Vorige week vroeg mijn trainster of ik kom helpen bij de zwemlessen. Daar zitten kleine kinderen op die soms bang zijn voor water. Mijn trainster denkt dat ik dat goed kan. Dat geeft mij een fijn gevoel.’

1. Vertrouwen
2. Liefde
3. Gelijkheid

Welke waarde hoort bij dit verhaal van Jelmer?

Jelmer: ‘Bij de kerk doen wij elk jaar een musical met de jongeren. We oefenen op vrijdagavond en de hele zaterdag. Op zondagmorgen treden we op in de kerk. Heel gaaf. Iedereen mag gewoon meedoen. Of je nu goed kunt toneelspelen of niet.’

1. Vertrouwen
2. Liefde
3. Gelijkheid

Welke waarde vind jij belangrijk?

Welke waarde vinden je ouders belangrijk?

Huiswerk

Maken opdracht 23 en 24.