Hoofdstuk 3 paragraaf 2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Even kort herhalen
  • huiswerk bespreken
  • lesdoelen van vandaag
  • instructie paragraaf 3.2
  • aan het werk met 3.2
  • hebben we onze lesdoelen gehaald
  • afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud:
  • 3.1 Wat zijn de kosten?
  • 3.2 Wat levert het op?
  • 3.3 Vraag en aanbod
  • 3.4 Macht op de markt?

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de 4 productiefactoren?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de beloning voor kapitaal?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de beloning voor kapitaal?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de beloning voor arbeid?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de beloning voor natuur?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de beloning voor ondernemerschap?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is afschrijving en hoe berekenen we de afschrijvingskosten?

Slide 10 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de kostprijs en hoe bereken we deze?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag:
  1. Ik kan de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat berekenen.
  2. Ik kan uitleggen waarom de arbeidsproductiviteit belangrijk is en hoe die verbeterd kan worden.
  3. Ik kan uitleggen hoe de productiecapaciteit kan stijgen.
  4. Ik kan uitleggen hoe bedrijven bij hun productie rekening houden met mens en milieu

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Omzet, brutowinst en nettoresultaat

  • Omzet (verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je voor de verkoop van goederen of diensten ontvangt.
  • Brutowinst = omzet – inkoopwaarde
  • Nettoresultaat (winst of verlies) = brutowinst – bedrijfskosten

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Meer productie per persoon
Arbeidsproductiviteit = productie per persoon in een bepaalde tijd.
  • technologische ontwikkeling (automatisering/mechanisering)
  • betere arbeidsverdeling
  • scholing
  • prestatiebeloning

Slide 18 - Tekstslide

Meer productie per persoon
Arbeidsproductiviteit = productie per persoon in een bepaalde tijd.

Berekening arbeidsproductiviteit:


Slide 19 - Tekstslide

Grenzen aan productie
  • Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.
  • De productiecapaciteit hangt af van:
  • het aantal mensuren dat in het bedrijf wordt gewerkt
  • de kapitaalgoederen die worden gebruikt
  • 100% productiecapaciteit benut = alle mensen + kapitaalgoederen (machines) volledig ingezet




Slide 20 - Tekstslide

People, planet, profit


Voordelen van productie noem je maatschappelijke opbrengsten.




Slide 21 - Tekstslide

Productie heeft ook maatschappelijke kosten
Negatieve gevolgen bijvoorbeeld:
milieuvervuiling
geluidsoverlast
Veel bedrijven doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo):
ze houden rekening met de gevolgen van hun productie voor mens en milieu


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ga aan de slag


Met het maken van de opdrachten van paragraaf 3.2 voor de volgende les

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag:
  1. Ik kan de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat berekenen.
  2. Ik kan uitleggen waarom de arbeidsproductiviteit belangrijk is en hoe die verbeterd kan worden.
  3. Ik kan uitleggen hoe de productiecapaciteit kan stijgen.
  4. Ik kan uitleggen hoe bedrijven bij hun productie rekening houden met mens en milieu

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide