HEG les 7 herhaling

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen
herhalen angststoornis
herhalen alle lessen HEG 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen alle lessen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FSH/ LH/ dikker worden baarmoederslijmvlies/ stijging oestrogeen/ ovulatie/ corpus albicans // progesteron /daling oestrogeen, FSH en LH / corpus luteum /daling progesteron/ menstruatie
FSH/ stijging oestrogeen/ LH/ dikker worden baarmoederslijmvlies/ ovulatie/ corpus luteum/ progesteron /daling oestrogeen, FSH en LH /corpus albicans /daling progesteron/ menstruatie

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de medische term voor baarmoederslijmvlies?
A
Endometrium
B
Ovaria
C
Follikel
D
Weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het lege follikel dat na de eisprong achterblijft?
A
corpus albicans
B
corpus luteum
C
corpus ovulatie
D
weet ik niet

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke klachten lopen vrouwen in de overgang een groter risico?
A
osteoporose
B
endometriose
C
fybromyalgie
D
weet ik niet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de menopauze?
A
het wegblijven van de menstruatie
B
de tijd waarin de menstruatie onregelmatig wordt
C
de tijd vanaf de laatste menstruatie
D
weet ik niet

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk hormoon maakt de schildklier
A
T3
B
T4
C
weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de medische term voor een te traag werkende schildklier
A
hyperthyreoïdie
B
hypothyreoïdie
C
weet ik niet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk effect heeft negatieve terugkoppeling op de productie van het T4 hormoon
A
minder productie
B
meer productie
C
weet ik niet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen horen bij een te traag werkende schilklier?
A
droge huid, obstipatie, gewichtstoename, koud
B
klamme huid, diarree, gewichtsafname, warmte
C
weet ik niet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Corticosteroïden worden gemaakt in de bijnier. Ze helpen mee bij de afweer van het lichaam
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 4 kenmerken van een ontsteking zijn; roodheid, pijn, warmte en?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wanneer spreek je van een depressie?
A
minimaal 3 weken klachten van somberheid en verlies van eetlust
B
minimaal 3 weken klachten van concentratie verlies en verlies van interesse
C
minimaal 2 weken klachten van somberheid en verlies van interesse
D
weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw K is pas gescheiden van haar man. Na haar scheiding kreeg ze depressieve klachten. Hoe noem je deze depressie?
A
vitale depressie
B
personale depressie
C
weet ik niet

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke neurostransmitter speelt een rol bij depressie?
A
dopamine
B
acetylcholine
C
serotonine
D
weet ik niet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patiënt X is al een paar weken heel somber en heeft nergens zin in. Daarvoor was patiënt X juist super vrolijk en kon de hele wereld aan. Waar heeft patiënt X last van?
A
psychose
B
bipolaire stoornis
C
meervoudige persoonlijkheids stoornins
D
weet ik niet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een waan?
A
stoornis in het denken
B
stoornis in het waarnemen
C
weet ik niet

Slide 19 - Quizvraag

Waan is een stoornis in het denken, achtervolgings idee
Hallucinatie is stoornis in het waarnemen, stemmen in je hoofd of verschijning

wat is geen anticholinerge bijwerking
A
urine retentie
B
obstipatie
C
vertraagde hartslag
D
weet ik niet

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk systeem is geactiveerd bij angst?
A
sympatisch
B
parasympatisch
C
weet ik niet

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer K loopt op straat en opeens krijgt hij last van hartkloppingen, benauwdheid en trillen. Van welke angst stoornis heeft hij last?
A
PTSS
B
gegeneraliseerde angststoornis
C
paniekaanvallen
D
weet ik niet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij schizofrenie worden psychoses elke keer dat ze optreden heftiger
A
Waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ADHD is een aandoening die vaak optreedt bij kinderen. De meeste groeien er overheen.
A
Waar
B
Niet waar
C
weet ik niet

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen horen bij ADHD
A
kort kunnen concentreren
B
impulsen volgen
C
hyperactiviteit
D
zowel a,b, en c

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
VRAGEN?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies