Islam - H1 en H2

Islam H1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Islam H1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen
  • Nieuwe boekjes
  • Inleiding 'Islam'
  • Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 (vijf zuilen)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen H1
  1. Je kunt uitleggen waarom we de Islam behandelen
  2. Je kent de levensloop van Mohammed in grote lijnen.
  3. Je weet welke gebeurtenissen uit Mohammeds leven, horen bij de volgende jaartallen: 569 n. Chr., 610 n. Chr., 622 n. Chr., 632 n. Chr.
  4. Je begrijpt de invloed van Mohammeds leven en zijn keuzes op het ontstaan van de Islam.
  5. Je kunt een korte uitleg geven bij de volgende namen en begrippen; Islam, moslim, Koran, Medina, Mekka, Kaa’ba, Soennieten, Sjiieten, Soefies, Kalief, Oemma.
  6. Je kunt van de eerste kaliefen de rol benoemen waarmee zij invloed gehad hebben op de ontwikkeling van de Islam. 
  7. Je kunt het verschil uitleggen tussen het ontstaan van de islamitische en christelijke jaartelling.



Slide 3 - Tekstslide

Opdracht:
Maak (samen met je buurman/buurvrouw) op een A4 een woordweb. Zet in het midden 'Islam'. Schrijf hieromheen alles waar je aan moet denken bij de Islam. 

Slide 4 - Tekstslide


Het ontstaan van de Islam



Blz. 7-9

Slide 5 - Tekstslide

Het ontstaan van de Islam - opdracht
  • Kijk op blz. 8 en 9 van je boekje. 
  • Hier zie je 4 jaartallen staan.  Zoek op welke belangrijke gebeurtenissen voor de Islam er toen plaatsvonden. 
  • Omschrijf in een aantal (2-3) regels in je boek waarom de jaartallen van belang zijn. 

Slide 6 - Tekstslide


Waarom Islam?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het is één van de 5 wereldreligies

Slide 9 - Tekstslide

Rotterdam: 
13,7 % van de inwoners is moslim
(landelijk gemiddelde: 4,9%)

De kans is dus groot dat je met een moslim in contact komt!

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Het leven van Mohammed:
In drie tijdvakken:
  1. De periode voor zijn profeetschap (570-610)
  2. De periode van zijn optreden als profeet in zijn geboorteplaats Mekka (610-622)
  3. De periode waarin hij leider was van de eerste gemeenschap van moslims in Medina (622-632)

Slide 12 - Tekstslide

Saoedi Arabië
Hier vindt het allemaal plaats

Slide 13 - Tekstslide

Voor het ontstaan van Islam
  • = 'tijd van onwetendheid'
  • Arabische nomadenstammen (Arabieren = oorspronkelijk nomadische woestijnherders)
  • Polytheïsme (veelgodendom)  
  • De goden worden aanbeden bij de Kaäba in Mekka (handels- en bedevaartsplaats

Slide 14 - Tekstslide

569
  • Mohammed wordt geboren 
  • Onderdeel van de Quraisj stam (=belangrijkste stam in Mekka) 
  • Vader is al overleden, moeder sterft na 6 jaar
  • Opgevoed door grootvader en later oom Aboe Talib
  • Schaapherder, later koopman

Slide 15 - Tekstslide

Waarom was de Quraisj stam zo belangrijk?

  • Bewakers van het polytheïstische heiligdom, de Kaäba.
  • In de Kaäba werden (360) goden en godinnen aanbeden.
  • Machthebbers van Mekka. Mekka is een belangrijk knooppunt voor het handelsverkeer. (bijv. Jemen en Egypte)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

610
  • Mohammed wordt karavaanleider
  • Trouwt met bazin: rijke weduwe Chadiedja (595)
  • Zoekt de eenzaamheid van de woestijn
  • Visioen in de grot van de berg Hira door engel Gabriël (= Djibriel)
  • 'Er is maar één god (Allah) en er komt een oordeelsdag'
  • Hij verzet zich tegen sociaal onrecht en hebzucht (leidt tot bespotting door rijke en maatschappelijk invloedrijken).
  • Hij vertelt zijn visioen aan Chadiedja, zij wordt zijn eerste volgeling

Slide 19 - Tekstslide

622
  • Mohammed roept als 'profeet' op tot bekering
  • Geloof in 1 God + Dag van het Oordeel
  • Bedreiging door religieuze leiders
  • Hidjra (=uittocht of losmaking) naar Medina met trouwe volgeling Abu Bakr (rijke handelaar)
  • Mohammed wordt geestelijke en politieke leider
  • Begin islamitische jaartelling (niet meer band met de stam staat voorop maar band van het gemeenschappelijk geloof -> Oemma).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

632
  • Verschillende oorlogen met andere stammen
  • Chadiedja sterft
  • Mohammed trouwt ondertussen met meerdere vrouwen (waaronder zijn lievelingsvrouw Aisja - dochter van Abou Bakr)
  • Overwinning op Mekka (630), hij vernietigt gelijk alle andere godenbeelden in/bij de kaäba
  • Overlijdt op 63 jarige leeftijd

Slide 22 - Tekstslide

Na zijn dood...
  • Abu Bakr wordt opvolger
  • Blijvende ruzie over opvolger:
  • Sji'ieten: schoonzoon/neef Ali en nageslacht - 10 procent (oa. in Iran)
  • Soennieten: goede leider (= kalief) - 90 procent (o.a. in Saoedi-Arabië).

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Islam H2

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen H2
  1. Je kent de vijf zuilen van de Islam.
  2. Je kunt per zuil uitleggen waar ze inhoudelijk voor staan.
  3. Je kent de zes geloofspunten van de Islam.
  4. Je kunt per geloofspunt uitleggen waar ze voor staan.














Slide 26 - Tekstslide

Vaardigheidsdoelen H2
  1. Je kunt een bronnenonderzoek doen en gegevens verwerken in een verslag. Hierbij ontdek je wat de bedevaart inhoudt.
  2. Je bent in staat om te benoemen op welke manier de vijf zuilen te vergelijken zijn met het (ethisch) gedrag van christenen.
  3. Je bent in staat de zes geloofspunten te vergelijken met de christelijke leer.
  4. Je kunt je een mening vormen over de overeenkomsten en verschillen tussen de Islamitische en Christelijke leer.
 

Slide 27 - Tekstslide

Vijf zuilen
Opdracht:
• Neem een wit papier. Teken daar de vijf zuilen op en schrijf de namen (Arabisch en Nederlands) erbij.
• Leg uit wat de zuil concreet inhoudt door middel van tekst/afbeeldingen/tekeningen (wees creatief!)
• Vergelijk iedere zuil met het christelijk geloof. Schrijf op of je iets ervan herkent in het christelijk geloof en wat de verschillen zijn.

Slide 28 - Tekstslide

1. Geloofsbelijdenis - Sjahada
Opdracht:
• Neem een wit papier. Teken daar de vijf zuilen op en schrijf de namen (Arabisch en Nederlands) erbij.
• Leg uit wat de zuil concreet inhoudt door middel van tekst/afbeeldingen/tekeningen (wees creatief!)
• Vergelijk iedere zuil met het christelijk geloof. Schrijf op of je iets ervan herkent in het christelijk geloof en wat de verschillen zijn.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

2. Gebed -Salaat
Opdracht:
• Neem een wit papier. Teken daar de vijf zuilen op en schrijf de namen (Arabisch en Nederlands) erbij.
• Leg uit wat de zuil concreet inhoudt door middel van tekst/afbeeldingen/tekeningen (wees creatief!)
• Vergelijk iedere zuil met het christelijk geloof. Schrijf op of je iets ervan herkent in het christelijk geloof en wat de verschillen zijn.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

3. Armenbelasting - Zakaat
Opdracht:
• Neem een wit papier. Teken daar de vijf zuilen op en schrijf de namen (Arabisch en Nederlands) erbij.
• Leg uit wat de zuil concreet inhoudt door middel van tekst/afbeeldingen/tekeningen (wees creatief!)
• Vergelijk iedere zuil met het christelijk geloof. Schrijf op of je iets ervan herkent in het christelijk geloof en wat de verschillen zijn.

Slide 33 - Tekstslide

4. Vasten - Saum
Opdracht:
• Neem een wit papier. Teken daar de vijf zuilen op en schrijf de namen (Arabisch en Nederlands) erbij.
• Leg uit wat de zuil concreet inhoudt door middel van tekst/afbeeldingen/tekeningen (wees creatief!)
• Vergelijk iedere zuil met het christelijk geloof. Schrijf op of je iets ervan herkent in het christelijk geloof en wat de verschillen zijn.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

5. Bedevaart naar Mekka - Hadj
Opdracht:
• Neem een wit papier. Teken daar de vijf zuilen op en schrijf de namen (Arabisch en Nederlands) erbij.
• Leg uit wat de zuil concreet inhoudt door middel van tekst/afbeeldingen/tekeningen (wees creatief!)
• Vergelijk iedere zuil met het christelijk geloof. Schrijf op of je iets ervan herkent in het christelijk geloof en wat de verschillen zijn.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video