De paus en de keizer waren niet zo blij met Luther: hij vormde een bedreiging voor het geloof en de eenheid binnen het rijk! Toen hij zijn ideeën niet terug wilde nemen, werd hij uit de kerk gegooid en vogelvrij verklaard. Iedereen mocht hem ongestraft doden. Zijn volgelingen besloten dat het tijd werd om een nieuwe kerk te stichten.