In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Preventie deel 2
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
korte terugblik vorige week
preventieve onderzoeken en (vroeg)signalering
kennis rondom preventie testen
Slide 2 - Tekstslide
primaire preventie
Primaire preventie: activiteiten die voorkomen dat gezonde mensen een bepaald gezondheidsprobleem, ziekte of ongeval krijgen (gezond eten, hygiëne, bewegen)
Slide 3 - Tekstslide
secundaire preventie
vroege opsporing van ziekten of afwijkingen bij personen die ziek zijn, een verhoogd risico lopen of een bepaalde genetische aanleg hebben. De ziekte kan daardoor eerder worden behandeld, zodat deze eerder geneest of niet erger wordt (bijvoorbeeld bevolkingsonderzoeken)
Slide 4 - Tekstslide
tertiaire preventie
voorkomen van complicaties en ziekteverergering bij patiënten. Ook het bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten valt hieronder (voorkomen van complicaties bij bedlegerigheid b.v. decubitus)
Ga met de muis naar de menubalk en ga op het vakje 'valpreventie' staan. Klik nog niet.
Klik in het submenu dat nu verschijnt op 'valrisicoinschatting en -beoordeling'.
Klik op 'valanalyse'.
Scroll naar beneden en download het 'kaartje inschatting valrisico'.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf de drie situaties waarin een oudere volgens dit kaartje (zie afbeelding) een verhoogd valrisico heeft.
Slide 8 - Tekstslide
Vroegsignalering
Hoe sneller je signaleert dat de zorgvrager een gezondheidsprobleem heeft, hoe sneller er actie kan worden ondernomen en hoe kleiner de kans is op (ernstige) restverschijnselen of overlijden. Denk aan signalen van een beroerte (scheve mond, verwarde spraak en lamme arm). Ga op internet op zoek naar een andere ernstige aandoening en naar de vroege symptomen daarvan
Slide 9 - Tekstslide
preventieve onderzoeken
Bevolkingsonderzoek
Zelftesten
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Kennis testen
Slide 12 - Tekstslide
Bij preventie streef je als verzorgende vier doelen na. Wat zijn twee van deze doelen?
A
bevorderen van gezondheid
B
terugdringen van de zorguitgaven
C
met elke cliënt halfjaarlijks een preventiegesprek opnemen in het zorgplan
D
verbeteren van de continuïteit van zorg
Slide 13 - Quizvraag
Hoe vaak wordt vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een Nationaal Preventieakkoord uitgewerkt?
A
Elke 3 jaar
B
Elke 2 jaar
C
Elke 4 jaar
D
Elk jaar
Slide 14 - Quizvraag
Mevrouw Van Moorsel is net bevallen van haar eerste kindje. Als kraamverzorgende geef je haar advies over borstvoeding. Je vertelt welke voordelen het voor haar en haar zoontje heeft en je legt uit hoe ze hem het best aan de borst kan leggen. 'Het is belangrijk dat hij niet alleen de tepel maar ook een groot deel van de tepelhof in zijn mondje neemt. Zo verklein je de kans op tepelkloven'. Welke vorm van preventie pas je hier toe?
Slide 15 - Open vraag
Als verzorgende zet je voorlichting, advies en instructie in om gezondheid te bevorderen en gezondheidsproblemen te voorkomen. Wat zijn twee kenmerken van een goed advies?
A
Het is door de zorgvrager te begrijpen
B
Het is op kennis gebaseerd
C
Het is in het belang van de zorgverlener
D
Duidelijk je eigen mening weergeven
Slide 16 - Quizvraag
Jouw voorlichting, advies of instructie komt het beste over als hij aansluit bij de zorgvrager. Daarbij speelt een aantal factoren een rol. Welke twee factoren zijn dit?
A
Inlevingsvermogen van de zorgvrager
B
leeftijd van de zorgvrager
C
reeds aanwezige kennis bij de zorgvrager
D
woonplaats van de zorgvrager
Slide 17 - Quizvraag
Je geeft de zorgvrager informatie over specifieke onderwerpen.
Je geeft de zorgvrager deskundige suggesties en raad.
Je legt de zorgvrager iets uit en je doet voor hoe iets werkt.
Instructie
Advies
Voorlichting
Slide 18 - Sleepvraag
U kunt beter stoppen met drinken en roken
Voorlichting
Advies
Instructie
Slide 19 - Sleepvraag
Bij Marco (17) is recent diabetes mellitus gediagnosticeerd. Marco zal zichzelf iedere dag insuline moeten toedienen. Jij gaat Marco vandaag uitleggen waarom hij zijn bloedsuiker moet meten én hoe hij de insulinepen zal moeten gebruiken. Net als je de insulinepen erbij pakt, zie je dat Marco emotioneel is en huilt. Je twijfelt. Je hebt nog maar tien minuten en je doel is dat Marco straks wel weet hoe hij zichzelf insuline moet toedienen. Welke werkwijze is juist?
A
Je laat Marco kiezen om eerst even iets te drinken om tot rust te komen of eerst de voorlichting af te ronden
B
Je legt een hand op zijn schouder om hem gerust te stellen en de voorlichting af te kunnen ronden
C
Je schenkt meteen aandacht aan zijn emoties. Dat is belangrijker dan dat het voorlichtingsdoel is behaald.