perifeer zenuwstelsel

Hersenen & Zenuwstelsel
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Hersenen & Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de betekenis op van de volgende termen: Anatomie, Fysiologie, Pathologie

Slide 2 - Tekstslide

uitleggen wat AFP is
Anatomie
Leer van de vorm en inwendige bouw van organismen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysiologie
De wetenschap van de normale levensverrichtingen van levende wezens

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pathologie
Ziekteleer

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Globaal gezien bestaan de hersenen uit de volgende 3 onderdelen

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel kwabben bestaan de hersenen?
A
3
B
4
C
6
D
12

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dendriet
Cellichaam
Kern

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Axon
Myelineschedel
Synaps

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een axon is?
A
Witte mergschede
B
Een lange uitloper van een neuron
C
Grijze stof
D
Een korte uitloper van een neuron

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het rode gedeelte in het zenuwstelsel?
A
Het zenuwstelsel
B
De zenuwen
C
Het centrale zenuwstelsel
D
Het hersenstelsel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer zenuwstelsel (PZS)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling volgens de functie 
willekeurig zenuwstelsel
onwillekeurig zenuwstelsel
staat onder invloed van de wil
omvat de bewuste reacties
staat niet onder invloed van de wil
omvat de onbewuste reacties

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van bewuste reacties

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een onbewuste reacties

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je darmwerking wordt geregeld door...
A
Het Onwillekeurige zenuwstelsel
B
Je willekeurige zenuwstelsel
C
Je animale zenuwstelsel
D
Geen van allen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sympatisch zenuwstelsel
Parasympatisch zenuwstelsel
Stimulatie van de hartactiviteit en ademhaling
Opslag reservevoedsel
Bloedvatverwijding in spijsverteringsorgaan
Afgifte adrenaline
Minder energieverbruik
Toename zweetproductie

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting CVA voor?
A
Centrale Vaat Afsluiting
B
Circulair vasculair Attack
C
Cerebro Vasculair Attack
D
Centrum voor Afasie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cva (ook wel beroerte)
Cva staat voor Cerebrovasculair Accident

 Bloed stroomt 24/7 door onze aders. Tijdens een beroerte wordt deze bloedcirculatie onderbroken door een opstopping
(file) in een bloedvat. 


Er zijn 2 vormen van een CVA: Herseninfarct en een hersenbloeding

80% van de CVA patiënten hebben herseninfarct
20% van de CVA patiënten is een hersenbloeding.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroerte snel herkennen MOND-SPRAAK-ARM beroerte alarm
 Met de volgende opdrachten zijn de klachten bij een beroerte namelijk te herkennen:

  1. Vraag iemand om te lachen of de tanden te laten zien en kijk dan of de mond scheef hangt (Mond).
  2. Laat iemand een paar zinnen zeggen en luister dan of zijn spraak in de war is of dat het niet goed verstaanbaar is (Spraak).
  3. Laat iemand beide armen naar voren te strekken en de binnenkant van de handen naar boven te draaien. Kijk of een arm wegzakt naar beneden (Arm).

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbloedig 80%
Herseninfarct

Hersentrombose:
Stolsel ontstaan i.d bloedvaten van de hersenen.

Embolie:
Stolsel die in een andere bloedvat ontstaat en wordt via het bloed naar de hersenen gebracht. 
Bloedig 20%
Hersenbloeding

In of rond de hersenen barst een bloedvat open.

Bloeding hersenvliezen 

Bloeding tussen hersenvlies en schedel -> Trauma , Geweld

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting TIA voor?
A
Transient Ischemic Attack
B
Trans Ifonic Attack
C
Temporary Ischemic Attack
D
Total Ivory Alone

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

TIA



Mini stroke 
Tijdelijke storing in  de bloedvoorziening
Kortdurende neurologische uitvalsverschijnselen
Geen blijvende gevolgen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De FAST test voer je uit om.......
A
Er achter te komen of iemand ziek is
B
Er achter te komen of iemand een bloedige of niet bloedige CVA heeft
C
Er achter te komen of iemand Parkinson heeft
D
Erachter te komen of iemand een CVA heeft doorgemaakt/doormaakt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Tanden laten zien > bewegen beide mondhoeken?
Een zin herhalen > is de uitspraak goed?
armen naar voren steken met Handpalmen naar boven > zakt een van de armen uit ?


Tijd verlies = hersen verlies