In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 1 min
Onderdelen in deze les
Van Oorlog naar oorlog
4.1 Een land om trots op te zijn
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak 9
Tijd van wereldoorlogen
1900 - 1950
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?
Slide 3 - Tekstslide
Oorzaak 1
Nationalisme
Men voelt zich één volk en is trots op hun geschiedenis, taal en gewoontes.
1871: Duitsland: nieuw land. Wilde net als ENG en FR een groot wereldrijk met koloniën worden.
- oorlogsschepen bouwen en soldaten opleiden.
Slide 4 - Tekstslide
Oorzaak 2
Militairisme: mensen vonden het leger heel goed en belangrijk, mocht vechten tegen andere landen als men dat nodig vond. Men wilde graag oorlog voeren. Daarmee kon je bewijzen wie het sterkst was.
Oorlog zou hun land groter en machtiger maken.
Men ging steeds meer / betere wapens produceren
( in fabrieken die na de industriëlerevolutie waren gekomen)
Slide 5 - Tekstslide
Oorzaak 3: Bondgenootschappen
Centralen
Geallieerden
Duitsland
Frankrijk
Oostenrijk-Hongarije
Groot-Brittannië
Italië
Rusland
(Turkije)
(Verenigde Staten)
Slide 6 - Tekstslide
Bondgenootschappen!
Slide 7 - Tekstslide
3- Bondgenootschappen
Landen beloofden elkaar te helpen in geval van oorlog. Er ontstonden twee belangrijke bondgenootschappen.
Centralen vs Geallieerden
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Oorzaak, gevolg
en aanleiding
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld
Hans is te laat op school, omdat hij een lekke band kreeg.
Waardoor kreeg hij een lekke band?
Hij kreeg een lekke band, doordat hij door glas was gefietst.
Aan het woord 'doordat' kun je de oorzaak herkennen.
Slide 12 - Tekstslide
Waarom?
Historici vragen zich niet alleen af wat er in het verleden gebeurde, maar ook waarom dingen gebeurden.
Hiervoor kun je een vraag gebruiken die begint met: "Waardoor...?"
Als je bezig bent met het beantwoorden van deze waardoor-vraag, dan zoek je naar oorzaken.
Slide 13 - Tekstslide
Gevolgen
De ene gebeurtenis zorgt weer voor andere gebeurtenissen.
Dat zijn gevolgen
Doordat Hans een lekke band had, kwam hij te laat in de les. Het gevolg was dat hij een deel van de geschiedenisles had gemist.
Oorzaak⇒gevolg(en)
Slide 14 - Tekstslide
Een voorbeeld bij geschiedenis
Oorzaak: de klimaatsverandering na de laatste IJstijd.
Gevolg 1: het werd warmer en droger
Gevolg 2: mensen konden niet meer goed leven als jager-verzamelaars
Gevolg 3: mensen zochten naar andere middelen van bestaan, zoals de landbouw
Slide 15 - Tekstslide
De aanleiding
Een gebeurtenis kan meerdere oorzaken hebben.
Meestal is er daarvan één de directe oorzaak: 'de druppel die de emmer doet overlopen'
Het herkennen van de belangrijkste oorzaak van een gebeurtenis, is soms moeilijk. Maar de aanleiding is vaak duidelijk.