Taal groep 6 - les 5.8

Taal - les Maak een werkstuk
Ik kan een werkstuk maken op de chromebook.
Ik kan een muurkrant maken.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Taal - les Maak een werkstuk
Ik kan een werkstuk maken op de chromebook.
Ik kan een muurkrant maken.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het land Italië

Slide 3 - Woordweb

Bedenk drie vragen over het land Italië.

Slide 4 - Open vraag

Opdracht 1a
Over welk land gaat jouw werkstuk/ muurkrant?

  • Kies 3 leerlingen uit jouw groep waarmee je samen gaat werken over één land

Slide 5 - Tekstslide

succescriteria samenwerken
Succescriteria ‘samenwerken’
  • Goede samenwerking onderling (overleggen met elkaar, luisteren naar elkaar, respectvol handelen).
  • gezamenlijk overleggen wat jullie willen weten over het land/vragen bedenken
  • informatie verzamelen het land
  • Feedback vragen aan elkaar

Slide 6 - Tekstslide

mijn land

Slide 7 - Woordweb

Opdracht 2a
Bedenk drie vragen over jouw onderwerp.
Tip:Denk aan 5xW+1xH
Wie, wat, waar wanneer, waarom en hoe?

Slide 8 - Tekstslide

2b
Vul de schrijfhulp in.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

https://docs.google.com/document/d/1pNBxOE8eVzjrAJg9HrlcphkzRS_4F-vTnmFfvrpZ0sA/edit?tab=t.0

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2c
  • Zoek antwoorden op jouw vragen
  • Maak aantekeningen
  • Zoek afbeeldingen



Slide 12 - Tekstslide

Hoe en waar?
  • Vandaag gaan wij alleen nog op onderzoek uit. 
  • Volgende week gaan we starten met schrijven van het werkstuk/ het maken van de muurkrant.
  • Het werkstuk komt in Documenten
  • Jouw aantekeningen, gevonden antwoorden en plaatjes kun je al wel in jouw document in Documenten erbij zetten. 

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel: Ik kan een werkstuk maken.
Let op:
  • Mijn werkstuk gaat over een land.
  • Ik heb de schrijfhulp ingevuld.
  • Vandaag verzin ik drie vragen, zoek ik informatie en plaatjes.

Goed als:
  • Al mijn informatie alvast in Documenten staat.
  • Ik goed oplet of de informatie op internet wel betrouwbaar is.

Slide 14 - Tekstslide