Het Franse aanwijzend voornaamwoord: Demonstratief voornaamwoord

Het Franse aanwijzend voornaamwoord
Woorden die iets 'aanwijzen', in het Nederlands deze, die, dat
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het Franse aanwijzend voornaamwoord
Woorden die iets 'aanwijzen', in het Nederlands deze, die, dat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het Franse aanwijzend voornaamwoord gebruiken in zinnen en begrijpen hoe het werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het Franse aanwijzend voornaamwoord?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Een aanwijzend voornaamwoord wijst naar een specifiek persoon, ding of idee. In het Frans verandert het voornaamwoord afhankelijk van het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Franse aanwijzende voornaamwoorden
De Franse aanwijzende voornaamwoorden zijn 'ce', 'cet', 'cette' en 'ces'. 'Ce' wordt gebruikt voor mannelijke zelfstandige naamwoorden, 'cet' voor mannelijke zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker of stomme 'h', 'cette' voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden en 'ces' voor meervoudszelfstandige naamwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden en oefeningen
Toon zinnen met aanwijzende voornaamwoorden en laat de leerlingen raden welk voornaamwoord correct is. Geef vervolgens enkele oefeningen waarbij ze de juiste voornaamwoorden moeten invullen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatsing van het aanwijzend voornaamwoord
Leg uit waar het aanwijzend voornaamwoord in de zin wordt geplaatst. Het komt vóór het zelfstandig naamwoord en verandert afhankelijk van het geslacht en aantal van het zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen en bijzondere gevallen
Bespreek uitzonderingen en speciale situaties waarin de aanwijzende voornaamwoorden anders worden gebruikt, zoals bij bepaalde bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de leerlingen aan om vragen te stellen over de aanwijzende voornaamwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Geef een korte quiz om te controleren of de leerlingen de aanwijzende voornaamwoorden begrijpen en correct kunnen toepassen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.