Paragraaf 4.4 - Kerk en staat

H4 Tijd van steden en staten 


4.4 Kerk en staat
Handboek bladzijdes 48 en 49 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 Tijd van steden en staten 


4.4 Kerk en staat
Handboek bladzijdes 48 en 49 

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben 

Verkort: conflict over primaat bij wereldlijke of geestelijke macht 

Slide 2 - Tekstslide

Tweezwaardenleer --> strijd - wie had de macht?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slimme keizers?
Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal (leenman)
voordelen:
Trouwer aan de keizer dan aan de paus 
geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 5 - Tekstslide

De paus is not amused.....
  • Bisschoppen benoemd door de keizer: er ontstaat strijd tussen paus Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken
  • Tweezwaardenleer  
  • Keizer macht over het aardse 
  • Paus macht over het geestelijke 

Probleem? Waar ligt het primaat? (hoogste gezag)


Slide 6 - Tekstslide

Er volgt een investituurstrijd
Paus Gregorius VII (1075): 
alleen ik mag bisschoppen benoemen --> Dictaat van de paus

Duitse keizers en koningen: 
wij willen dat zelf doen

Duitse keizer is zijn macht over de bisschoppen dus kwijt door de paus...
Strijd over wie de bisschoppen mocht benoemen

Slide 7 - Tekstslide

Excommunicatie (ban) Hendrik IV (1075)
Canossa (1077)

Slide 8 - Tekstslide

Voorlopig einde investituurstrijd:
Concordaat van Worms (1122):
bisschoppen ontvangen van

1.  de paus: geestelijke macht
2. de keizer: bepaalt of die bisschoppen ook wereldlijke macht
krijgen 

Uiteindelijk wint de paus in 1122.
 De bisschoppen mogen vazallen worden van de Duitse keizer, maar alleen de paus mag de bisschoppen benoemen.

Gevolg voor de Duitse keizers:
verbrokkeling Duitse Rijk omdat de keizer niet alle leenmannen meer kon kiezen.

Slide 9 - Tekstslide

Concilies 
  • Kerkelijk recht
  • Al in de 4e eeuw vastgelegd --> daarna niet meer over gesproken
  • Kern van het geloof --> het ''ware geloof''
  • Ketters
  • Inquisitie  

Slide 10 - Tekstslide


De inquisitie
  • De kerk deed eerst erg weinig aan de vervolgingen heksen
  • Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren ketters en moest worden vernietigd, werd later het idee.
  • De inquisitie was een speciale kerkelijke rechtbank om de ketterij uit te roeien.

Slide 11 - Tekstslide


Bijgeloof



  • Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
  • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
  • Daarom waren de mensen erg bijgelovig

Slide 12 - Tekstslide

Heksen
  • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
  • Zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
  • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.
  • Verbrand op de brandstapel 
  • Veelal onafhankelijke, zelfstandige vrouwen en vrouwen die hun woord klaar hadden staan op de brandstapel gekomen 

Slide 13 - Tekstslide