Les 25-05

Cours du 25-05
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cours du 25-05

Slide 1 - Tekstslide

Programme
- répéter                                                 (10 min)
   -'voorzetsels landen en steden'
- Bron F    
  - vocabulaire
  - leestekst F                                          
- Au travail!
- Afsluiten
- Devoirs


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les begrijp je een interview over sport.

Na de les ken je woorden die te maken hebben met gezond zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetsels landen en steden
Weten jullie nog?
Wat is het bijbehorende voorzetsel als je wilt zeggen in/naar een stad?
  • in/naar stad = à 

  • Je vais à Amsterdam
  • Je vais à Lyon
  • J'habite à Kampen

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels landen en steden
Wat is dan het bijbehorende voorzetsel als je wilt zeggen 'in/naar een land'?
  • in/naar land = en, au en aux

  • mannelijk: au > au Luxembourg
  • vrouwelijk: en > en Belgique
  • meervoud: aux > aux Pays-Bas 

> Vrouwelijke landen herken je aan de -e op het einde.
    La Belgique, La France, L'Allemagne, L'Espagne, etc.

Slide 5 - Tekstslide

Een schema:

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen
We gaan naar Quizziz.

Slide 7 - Tekstslide

Bron F
Kijk mee naar het bord en de voca F. 

Luister naar de woorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Maintenant, c'est à vous:
Faire bron F: ex. 25a, b et 26 helemaal
          bron H: ex. 30c et d + 31a, b, c, d

Klaar? Slim stampen voca F. 
 





timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Een woord wat te maken heeft met sport is: 

Slide 10 - Tekstslide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- leren voca F
- maken ex. 25, 26, 30 en 31

Slide 11 - Tekstslide