Mavo 3 - 75 min - week 6 les 1 - Adjectives and adverbs

Rens
Sif
Turan
Avin
Kees
Mats
Dalina
Julie
Jan
Vienna
Lorraine
Sem
Dean
Wiktoria
Sahil
El Niaro
Nova
Mohamad
Milan
Hamza
Lars
Madelief
Vera
docent
3F
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rens
Sif
Turan
Avin
Kees
Mats
Dalina
Julie
Jan
Vienna
Lorraine
Sem
Dean
Wiktoria
Sahil
El Niaro
Nova
Mohamad
Milan
Hamza
Lars
Madelief
Vera
docent
3F

Slide 1 - Tekstslide

Tyrese
Noah
Senna
Jade
Imani
Iris
Kyra
Jylisa
Teun
Sem
Elise
Dana
Dano
Doe
Tiana
Katie
Jeremy
Guus
Daylienne
Sharon
Emma
Suus
Olivia
Phileine
docent
3G

Slide 2 - Tekstslide

Period C
Week 2: Test Unit 2, Introduction Unit 3 + Reading
Week 3: Writing + Grammar
Week 4: Irregular verbs + Listening & Watching
Week 5: Grammar recap
Week 6: Speaking + Grammar
Week 7: Prepare for test Unit 3 + Test Unit 3 (14/15 februari)
Week 8: Voorjaarsvakantie

Slide 3 - Tekstslide

Program
  • Bijwoorden op -ly
  • Plaats van het bijwoord
  • Adjective <> adverb

Slide 4 - Tekstslide

Goals
At the end of this class..
  • You remember what adjectives and adverbs are.
  • You know how to use adjectives and adverbs.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Adjectives (bijvoeglijk naamwoorden) zeggen iets over het zelfstandig naamwoord.

She is beautiful.
They are happy kids.
He is an efficient worker.
We can have a quick meeting.

Adverbs (bijwoord) zeggen iets over hoe iets wordt gedaan. Er komt vaak -ly achter het bijvoeglijk naamwoord.

She sings beautifully.
They are playing happily.
He is working efficiently.
I am talking quickly.

Slide 7 - Tekstslide

Adverbs
Regelmatig
Onregelmatig
bad - badly
good - well
slow - slowly
fast - fast
usual - usually
early - early

Slide 8 - Tekstslide

Place of an adverb
wie / doet / wat / waar / wanneer

  • She works really seriously on her project. (Voor een bijvoeglijk naamwoord)
  • He quickly grabbed the snake. (Voor het hoofdwerkwoord)
  • He grabbed the snake quickly. (Aan het eind van de zin voor meer nadruk.)

Slide 9 - Tekstslide

Let's get to work!
3: Relationships - Lesson 4: Speaking
Vocabulary (31)
Grammar (33, 34 + 35B)
***Practise more*** (Vocab, Grammar, Phrases 1 + 2)
3: Relationships
Self test
3: Relationships
Catch up (Vocabulary + Grammar)
Irregular verbssee - wear (page 125)
Vocabulary 3.1 - 3.4 ( page 88 + 89)

Slide 10 - Tekstslide

Goals
At the end of this class..
  • You remember what adjectives and adverbs are.
  • You know how to use adjectives and adverbs.

Slide 11 - Tekstslide