B5 Geboorte en B8 erfelijkheidsonderzoek

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B5 Geboorte en BS 8 erfelijkheidsonderzoek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B5 Geboorte en BS 8 erfelijkheidsonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Basisstof 5 : geboorte


2.5.Je kunt de fasen van een geboorte omschrijven.


Slide 2 - Tekstslide

Bevalling
Hormonen regelen de geboorte van een baby.

De bevalling bestaat uit 5 stappen.
- Indaling
- Ontsluiting
- Breken van de vliezen
- Uitdrijving
- Nageboorte

Slide 3 - Tekstslide

indaling

De indaling begint vaak een paar weken voor de bevalling. Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ontsluiting/breken van vruchtvliezen
De bevalling start met weeën
Spieren in de baarmoederwand trekken krachtig samen.

Ontsluiting: baarmoederhals en baarmoedermond worden wijder tijdens de weeën. 
De opening moet groot genoeg zijn voor het hoofdje - volledige ontsluiting is 10 cm. 
Tijdens ontsluiting breken de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater voor een deel naar buiten komt.

Slide 6 - Tekstslide

Ontsluiting
Bij volledige ontsluiting is de diameter van de opening van de baarmoedermond 10 cm
(donut = 9 cm/bagel = 10)
Het is dan groot genoeg voor het hoofdje van de foetus. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

uitdrijving
Bij de uitdrijving worden de weeën steeds heftiger en nu trekken de spieren in je buikwand ook samen.

Je noemt dit persweeën.

Persweeën persen het kind naar buiten.

Slide 9 - Tekstslide

uitdrijving

Slide 10 - Tekstslide

nageboorte
De bevalling is nog niet afgelopen.
 Er zijn nog drie delen die uit de baarmoeder moeten komen:
• de placenta
• de vruchtvliezen
• de resten van de navelstreng

Deze drie delen samen zijn de nageboorte. 
De nageboorte komt ongeveer een kwartier na de baby. Persweeën zorgen ervoor dat de nageboorte uit de baarmoeder komt.

 De verloskundige of arts controleert of de nageboorte compleet is.

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maken 2.5 opdracht 1, 3 t/m 5
Blz. 108 

Klaar? 
Lees basisstof 6, 7 en 8 door

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken


Opdracht 1 t/m 11
BLZ 104-106

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Basisstof 8 : erfelijkheidsonderzoek


2.8.1 Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.
2.8.2 Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.


Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen:
2.8.1 Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.
2.8.2 Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Genetisch advies:
Je weet dan hoe groot de kans is dat je kinderen krijgt met de erfelijke ziekte of erfelijke afwijking

Down is een 'foutje' in de chromosomen. Deze kan ook erfelijk zijn

Slide 16 - Tekstslide

Wel of geen drager?

Slide 17 - Tekstslide

Echoscopie

Slide 18 - Tekstslide

NIPT
Een bloedtest bij de vrouw waarmee ze het DNA van de baby kunnen bekijken. 
Op deze wijze kunnen ze zien of er afwijkingen zijn bij de baby. 

Slide 19 - Tekstslide

Vlokkentest/ vruchtwaterpunctie

Slide 20 - Tekstslide

Vlokkentest/ vruchtwaterpunctie
Onderzoeken cellen baby op afwijkingen.
Kleine kans op miskraam.

Slide 21 - Tekstslide

Maken:
Opdracht: 1, 2, 5 t/m 8
Bladzijde 134
In rust
Samenwerken op fluistertoon

Klaar?
In rust iets voor jezelf doen

Slide 22 - Tekstslide