H1 Grammatica - samengestelde zinnen

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik kan de persoonsvorm in een  korte zin vinden.
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen
  • Ik kan voegwoorden herkennen
  • Ik kan de persoonsvorm in samengestelde zinnen vinden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 

  • Herhalen persoonsvorm
  • Nakijken opdracht 1 t/m 3
  • Instructie Samengestelde zinnen
  • Opdrachten samengestelde zinnen 
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdachten 
Opdracht 1
1 Ontvangt Desi per dag honderd berichtjes op haar telefoon?
2 Slaap ik in de zomer altijd met het raam open? (Of: Slaap ik altijd met het raam open in de zomer?)
3 Heeft Pascal op de markt verse aardbeien gekocht? (Of: Heeft Pascal verse aardbeien gekocht op de markt?)
4 Kan mijn moeder heerlijke baklava maken?

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken opdachten 
Opdracht 2
1 In de herfst zijn er veel spinnen in onze tuin.
2 Fadi vertelde altijd mooie verhalen over zijn weekend.
3 Had jij naar die nieuwe serie op televisie gekeken?
4 Wie loopt er in de vakantie elke dag een rondje met de hond?

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken opdachten 

Slide 7 - Tekstslide

Instructie 
Samengestelde zinnen

Slide 8 - Tekstslide

enkelvoudige zinnen
Zinnen met één persoonsvorm.

Mijn broer is keeper.

Slide 9 - Tekstslide

samengestelde zinnen
Zinnen met twee persoonsvorm.

Mijn broer is keeper en mijn vader is zijn trainer.

Slide 10 - Tekstslide

voegwoorden
Een woord dat twee zinnen met elkaar verbindt:

en, maar, of, want, omdat, terwijl, zodat, nadat, als

Slide 11 - Tekstslide

voegwoorden
  • staan meestal tussen twee zinnen:
                    Eva speelt gitaar, terwijl haar vader de afwas doet.

  • staan soms vooraan in de zin:                                                                                 Omdat  ik morgen vrij ben, kan ik tot 10 uur uitslapen.

Slide 12 - Tekstslide

Mijn familie bestaat uit 18 personen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de voegwoorden in onderstaande zin?

Lizzy maakt haar huiswerk, terwijl haar broer tv kijkt en haar vader de auto wast.
A
Lizzy, haar broer, haar vader
B
terwijl, en
C
haar huiswerk, tv, de auto
D
maakt, kijkt, wast

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Opdracht 1, 2 en 3 bladzijde 39
Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Klaar?
Inloggen mijn.numo
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 16 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 17 - Tekstslide