De manier waarop de x- en de y-coördinaat afhankelijk van elkaar zijn, heet het verband tussen de coördinaten.
Het y-coördinaat is ...
Wat is het verband tussen de volgende coördinaten?
(3, 4), (4, 5) (9,10)
(8, 4) , (30, 15), (40, 20)
Slide 5 - Tekstslide
Formules
Voorbeeld als herinnering:
De y-coördinaat is het x-coördinaat plus vijf
Dit kan korter: y-coördinaat = x-coördinaat + 5
Nog korter: y = x + 5
Nu kan je de x invullen
Slide 6 - Tekstslide
Formules
We hadden: (3, 4), (4, 5) (9,10) en (8, 4) , (30, 15), (40, 20)
Wat zijn de formules?
Controle (invullen)
Slide 7 - Tekstslide
Tabel en grafiek
We hebben: y = x : 2
Ik wil hier een tabel bij maken.
We pakken x = -10 tot x = 10 (stapgrootte 2)
En nu een grafiek
Slide 8 - Tekstslide
Vragen?
Over de opgaven of stof
Slide 9 - Tekstslide
3.3 Formules en grafieken
Werken met formules
Weet je nog? x (keerteken) wordt vervangen door * (punt)
Denk aan de rekenvolgorde
We schrijven de 1 voor een letter of haakjes niet op. Dus y = 1x + 2 wordt y= x + 2 y = -1x : 3 wordt y = -x : 3 -1(2 + x) wordt -(2 + x)
Aantekening
Slide 10 - Tekstslide
Opgave 30 (keuze)
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Maak: 26 t/m 30 + rekenen
Klaar? Nakijken
Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoel behaalt?
Ik weet wat verbanden zijn en kan deze maken
Ik weet wat formules zijn en kan deze maken
Ik kan van een tabel een grafiek maken en andersom