les 1 POLITIEK

Maatschappijleer 
Politiek
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer 
Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Indirecte democratie
Het is onmogelijk om met 17 miljoen mensen over alles te stemmen.

Wij kiezen daarom volksvertegenwoordigers. Zij nemen namen ons de besluiten.

Dit noem je een indirecte democratie. 

Slide 2 - Tekstslide

Directe democratie
Als burgers zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of lastige politiek probleem.

Een voorbeeld hiervan is een referendum: een volksstemming over een belangrijk onderwerp. 

We oefenen even met directe democratie en dan ontdek je gelijk één nadeel van directe democratie...

Slide 3 - Tekstslide

Stemgerechtigde leeftijd moet van 18 naar 16 verlaagd worden...

Slide 4 - Poll

De doodstraf moet weer worden ingevoerd:

Slide 5 - Poll

Vuurwerk moet verboden worden

Slide 6 - Poll

Actief kiesrecht 
Iedereen die ouder is dan 18 jaar èn de Nederlandse identiteit heeft mag stemmen wie de volksvertegenwoordigers worden in:
  • de gemeente
  • de provincie 
  • de Tweede Kamer
  • het Europees Parlement

Naar de stembus geen noemen we ACTIEF KIESRECHT

Slide 7 - Tekstslide

Passief kiesrecht 
Als je ouder dan 18 bent èn beschikt over de Nedelandse nationaliteit mag je je ook verkiesbaar stellen.  

Actief kiesrecht >  Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht > Het recht om je verkiesbaar te stellen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Linkse partijen

Wat linkse partijen belangrijk vinden:
  • Een actieve overheid (zorg voor kwetsbare burgers)
  • Opkomen voor kwetsbare mensen.
  • Eerlijke verdeling van inkomen.
  • Gelijke kansen voor iedereen.
  • Aandacht voor milieu.
  • Misdaad voorkomen (preventie)

Links is vaak progressief


Slide 10 - Tekstslide

Middenpartijen

Sommige partijen zijn niet duidelijk links of rechts. We noemen ze middenpartijen. Ze hebben zowel linkse als rechtse punten. 
  • De christelijke middenpartijen vinden dat mensen meer voor elkaar moeten zorgen i.p.v. van dat de overheid die taak op zich neemt. 

Slide 11 - Tekstslide

Rechtse partijen

  • Rechtse partijen vinden dat de overheid zo weinig zich zo min mogelijk moet bemoeien met de burgers 
  • Eigen verantwoordelijkheid 
  • Kleine overheid
  • Lage belastingen.
  • Vrijheid voor burgers
  • Voor strenge straffen van misdaden

Rechts is vaak conservatief

Slide 12 - Tekstslide

Campagne voeren
Kijkopdracht: 
Benoem twee middelen die politieke partijen tijdens verkiezingstijd in kunnen zetten om kiezers voor zich te winnen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Na de verkiezingen

  • Na de verkiezingen wordt duidelijk wie er in de Tweede Kamer komen te zitten.
  • Nog nooit heeft één partij die meer dan de helft van alle stemmen heeft behaald. Er wordt altijd een coalitie gevormd. 
  • Om te regeren moeten partijen dus gaan samenwerken
  • Daarbij zullen ze altijd iets van hun standpunten in moeten leveren. 
  • Compromissen: Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.

Slide 15 - Tekstslide

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 16 - Quizvraag

Rechtse partijen
A
Vinden gelijkheid de belangrijkste waarde
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen
D
hechten veel waarde aan het geloof

Slide 17 - Quizvraag

Middenpartijen willen dat de overheid
A
Zorgt dat iedereen kan doen en laten wat hij wil
B
Het geld eerlijk verdeeld
C
Alleen ingrijpt als de mensen niet goed voor elkaar zorgen
D
De kerk zorg draagt voor de armen

Slide 18 - Quizvraag

Welke politieke partijen vinden dat de overheid zich zo weinig mogelijk moet bemoeien met de samenleving?
A
Rechtse partijen
B
Middenpartijen
C
Linkse partijen

Slide 19 - Quizvraag

Terugblik
Leg uit wat: 
-Directe of indirecte verkiezingen zijn 
-Actief of  passief kiesrecht is 
-Politiek links, midden,  en rechts vinden?
-Wat doet een lijsttrekker? 
-Wat zijn compromissen ?

Welke partijen zitten nu in de  
coalitie in Nederland? (regeringspartijen)
 

Slide 20 - Tekstslide

HUISWERK 
WB blz. 36 nummer 8 blz.37 nummer 9 en 10 
Begrippen uitwerken van deze les (zie sw/magister) 






Slide 21 - Tekstslide