Rekenen

Rekenen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling
  • oefenen rekenen
  • zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is consumeren?
A
Zelf een taart bakken
B
Je behoefte vervullen door iets te kopen
C
een verzekering afsluiten
D
een sprookje vertellen

Slide 3 - Quizvraag

Een vergelijkend warenonderzoek maakt reclame voor een product.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een huis voor een behoefte?
A
Basis behoeften
B
Overige behoeften

Slide 5 - Quizvraag

De warenwet is
A
De wet die voedsel controleert
B
De wet die de waarde controleert van een product
C
De wet waarin staat dat een product veilig moet zijn voor ons en onze omgeving
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de reclame. Voor welke doelgroep is de reclame?
A
Kinderen tussen 3-8 jaar
B
Kinderen tussen 10-15 jaar
C
Ouders van kinderen tussen 3-8 jaar
D
Ouders van kinderen tussen 10-15 jaar

Slide 8 - Quizvraag

De schoonmaker levert ...
A
Goederen
B
Diensten
C
Goederen en diensten

Slide 9 - Quizvraag

Daphne heeft een saldo van €399. Ze ontvangt €596 en geeft €735 uit. Wat is haar nieuwe saldo?

Slide 10 - Open vraag

Voor economie haal je een 5,3 en 6,8 en 7,5 en 4,9 en 5,8. Wat is het gemiddelde?
A
6,1
B
6,0
C
7,6
D
5,1

Slide 11 - Quizvraag

Is hier sprake van zelfvoorziening?
Ik koop eigen gekweekte groenten van de groenteboer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Manon gaat boodschappen doen en koopt vier artikelen voor € 2 + €3 + €1,50 + €1,50. Wat kost een artikel gemiddeld?
A
€2,00
B
€2,17
C
€1,63
D
€1,30

Slide 13 - Quizvraag

Bo koopt vlees voor het avondeten. Welke vorm van behoefte is dit?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gemaakt?
A
Alleenstaanden
B
Mensen met een gezin
C
Mensen die goedkope boodschappen willen
D
Mensen die kwaliteit belangrijk vinden

Slide 16 - Quizvraag

Bij economie gaat het vooral om
A
geld uitgeven
B
geld verdienen
C
keuzes maken
D
sparen

Slide 17 - Quizvraag

Zet de volgende bedragen op de juiste manier neer:
A) 2,345 B) 456789 C) 876.54

Slide 18 - Open vraag

Een laptop is in de uitverkoop bij de Mediamarkt. Heb je dan recht op een deugdelijk product?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen als je er €10 minder ervoor betaald
D
Dat is afhankelijk van het merk

Slide 19 - Quizvraag

Je telefoon gaat naar 5 jaar kapot. Is de telefoon een deugdelijk product?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag


A

Slide 21 - Quizvraag