BK en TH 6.3 Samenleven

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

6.2 Samenleven

Waar moet een voedselweb/voedselketen altijd mee beginnen?

1. Consument
2. Producent
3. Reducent
4. Afvaleter

Waar horen bacteriën en schimmels bij?

1. Consument
2. Producent
3. Reducent
4. Afvaleter

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is.

 Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting.

In een ecosysteem is een populatie van een bepaalde soort niet steeds even groot. Bij gunstige omstandigheden kan een populatie groter worden, bij ongunstige omstandigheden zal een populatie kleiner worden.

Relaties in en tussen populaties

• Concurrentie: competitie partner, plek voedsel.
• Samenwerken/afspraken maken:

jagen (leeuwen), verdedigen (vissen), mieren (taakverdeling kolonie).

Relaties binnen een populatie

Rangorde: 1 dier is de baas, bijvoorbeeld het oudste vrouwtje bij een kudde olifanten.

Territorium: gebied dat verdedigd wordt door soortgenoten.

Paarvorming: voortplanting tussen een mannetje en een vrouwtje.

Symbiose

Langdurige relatie tussen individuen van verschillende soorten.

Mutualisme

Beide soorten hebben een voordeel van symbiose. 

Bijvoorbeeld bij korstmossen waarbij schimmel samenleeft met algen.

Commensalisme

1 individu heeft een voordeel van symbiose (relatie verschillende soorten), het andere individu heeft geen voordeel of nadeel van symbiose.

Wanneer een van de beide individuen nadeel  ondervindt van de samenleving, noem je parasitisme.

Hierbij leeft een individu, de parasiet, op of in een ander individu van een andere soort, de gastheer.

Aan het werk

Lezen en maken

paragraaf 6.3