In de velden van Vlaanderen
In de velden van Vlaanderen groeien de klaprozen,
tussen de witte kruizen, rij aan rij
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen de leeuweriken, nog steeds dapper zingend,
zelden gehoord door het gedonder van de kanonnen.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden leefden we nog.
voelden we de dauw, zagen de zon ondergaan.
Kusten we en werden we gekust, en nu liggen we
in de velden van Vlaanderen.