3.3 Moleculaire stoffen

3.3 
 Moleculaire                    stoffen
…H2S (g) + …O2 (g) --> …SO2 (g) + …H2O (g) 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.3 
 Moleculaire                    stoffen
…H2S (g) + …O2 (g) --> …SO2 (g) + …H2O (g) 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt moleculaire stoffen op micro- en macroniveau beschrijven.
  2. Je kunt de begrippen atoombinding en covalentie uitleggen en toepassen
  3. Je kunt moleculen in structuurformules weergeven
  4. Je kunt het begrip vanderwaalsbinding uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

3.3 Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bevatten alleen niet-metaal atoomsoorten. 
Moleculaire stoffen geleiden geen stroom. 
Moleculaire stoffen hebben meestal een laag kookpunt en smeltpunt. 


Slide 3 - Tekstslide

Moleculaire stoffen kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL

Slide 4 - Quizvraag

Welke stof is een moleculaire stof?
A
Mg
B
PbNO3
C
NaCl
D
C4H10

Slide 5 - Quizvraag

Een moleculaire stof bestaat uit..
A
niet-metaal atomen
B
metaal-atomen
C
niet metaal atoom en een metaal atoom
D
uit atomen

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een moleculaire stof?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Atoombinding en covalentie

Een binding tussen twee atomen noemen we de atoombinding.






Het aantal atoombindingen dat een atoomsoort kan maken heet de covalentie

Slide 9 - Tekstslide

Covalentie
Het aantal bindingen dat een atoomsoort kan maken, noemen we covalentie. Een binding geven we weer met een streepje. 
De covalentie van H is 1. De covalentie van C is 4. 


Slide 10 - Tekstslide

Structuurformules

Slide 11 - Tekstslide

Welke van deze structuurformules kan niet kloppen?
A
O=C=O
B
H-C-H
C
O=O
D
H-H

Slide 12 - Quizvraag

Binding tussen moleculen
Een atoombinding is een binding tussen twee verschillende 
atoomsoorten in een molecuul.  
In een molecuultekening geven we een atoombinding weer met een 
streepje. 


Tussen twee moleculen heb je ook een binding. Dat noem je een molecuulbinding. De belangrijkste molecuulbinding is de vanderwaalsbinding. 
 

Slide 13 - Tekstslide

Bindingen tussen moleculen

Een Vanderwaalsbinding is een binding tussen twee moleculen. Deze verbinding ontstaat eigenlijk door de zwaartekracht van de moleculen: de moleculen trekken elkaar aan. Hoe groter het molecuul, hoe groter de aantrekkingskracht en hoe moeilijker de verbinding weer te verbreken is. Daarom hebben grote moleculen een hoger kookpunt dan kleine moleculen.

Tussen de moleculen van moleculaire stoffen zitten Vanderwaalsbindingen. 


Slide 14 - Tekstslide

Wat ga je doen? 

opdrachten uit de bak maken

Slide 15 - Tekstslide