4.1 Spanning en stroom

Elektriciteit
herhaling 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit
herhaling 

Slide 1 - Tekstslide

Spanning en stroom
4.1

Slide 2 - Tekstslide

Spannend...een waterval
  • Elk elektrisch toestel heeft een spanning nodig om te werken.  
  • Wanneer een toestel ingeschakeld is, dan loopt er ook een stroom door de geleiders.
  • Dit kan je vergelijken met een waterval.

Slide 3 - Tekstslide

Kleine waterval is ongevaarlijk.  De stroom is niet groot.
Hoge waterval is gevaarlijk, de stroom is groot.

Slide 4 - Tekstslide

Waterval?
  • Een kleine waterval is te vergelijken met een kleine spanning.  De stroom is hier ook niet groot.
  • Een hoge waterval is te vergelijken met een grote spanning.  De stroom is hier erg groot en kan gevaarlijk zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Waar of niet waar?
De spanning van een kleine batterij is gevaarlijk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Hoe groot is de spanning die op het stopcontact staat? Geef een getal en een eenheid.

Slide 7 - Open vraag

Waar of niet waar?
De spanning op een stopcontact is gevaarlijk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Elektrische stroom loopt van...
A
+ naar -
B
- naar +

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb een schakeling van 3 lampjes. Als 1 lampje stuk gaat, blijven de andere 2 werken. Welke schakeling heb ik?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 10 - Quizvraag

Schakelschema van een open stroomkring
Schakelschema van een gesloten stroomkring

Slide 11 - Tekstslide

Serie- en parallelschakeling

Slide 12 - Tekstslide

Is dit een serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 13 - Quizvraag

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 14 - Quizvraag

Is dit een serie- of parallel-
schakeling?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 15 - Quizvraag

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 16 - Quizvraag


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 17 - Quizvraag

In welke afbeelding is een parallel schakeling te zien.
A
A
B
B en C
C
A en D
D
B, C en D

Slide 18 - Quizvraag

Schakelschema's tekenen

Slide 19 - Tekstslide


A
3. voltmeter & 4. amperemeter
B
3. voltmeter & 4. aanschakelaar
C
3. drukschakelaar & 4. amperemeter
D
3. drukschakelaar 4. aanschakelaar

Slide 20 - Quizvraag

Voltmeter

Slide 21 - Tekstslide

Ampère- en voltmeter

Slide 22 - Tekstslide

Een voltmeter moet je altijd
in serie aansluiten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Waar sluit je een voltmeter aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Een stroom-/amperemeter
De eenheid van stroomsterkte is ampère (A). Een stroommeter wordt daarom ook wel ampèremeter genoemd. 

Slide 25 - Tekstslide

Amperemeter - in serie met de lamp
Voltmeter - parallel met de lamp

Slide 26 - Tekstslide

7. Schakelschema.

Welk symbool geeft de stroommeter aan?
A
B
C
D

Slide 27 - Quizvraag


Een stroommeter plaats je altijd ...
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel

Slide 28 - Quizvraag